Bassetten |
|||||||
c: 04-20 | |||||||
Herkomst: België. Sinds 1917. Algemene indruk: Halfkriel, enigszins diep gesteld, zonder overdrijving, lang lichaam, goed ontwikkelde legbuik, de eigenschappen tonend van goede leghoenders van het oude landhoentype. Geschikt om in een beperkte ruimte te houden; gehard; goede legkracht. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp
Kop Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen Ogen Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen Tenen Bevedering |
Min of meer gestrekt, iets opgericht van voren zonder dat de borst naar voren treedt. Relatief groot; gezicht levendig rood. Enkel; tamelijk groot, dik, regelmatig getand met bij voorkeur vijf tot zes tanden; de kamhiel volgt de buiging van de nek zonder deze te raken, fijn van weefsel, levendig rood. Stevig, blauwachtig tot donker hoornkleurig, afhankelijk van de kleurslag. Langwerpig, afgerond, levendig rood. Wit, driehoekig met afgeronde hoeken, glad, soms licht blauwachtig. Groot, levendig, bruinzwart. Middellang, iets gebogen, licht naar voren gedragen. Goed ontwikkeld halsbehang. Lang, breed, naar achteren aflopend. Goed ontwikkeld zadelbehang. Breed en diep, goed gerond zonder dat deze naar voren treedt. Lang, aangesloten aan het lichaam gedragen. Gerond en vrij breed. Voldoende gespreid, onder een hoek van 45 graden gedragen; grote sikkels breed en goed gebogen, kleine sikkels iets gebogen, staartstuurveren en staartdekveren goed ontwikkeld. Breed en goed ontwikkeld; diep. Middellang, zichtbaar zonder echter op te vallen. Glad, tamelijk kort, leiblauw, enigszins afhankelijk van de kleurslag. Vier krachtige middellange tenen. Goed ontwikkeld, vlak aanliggend, maar niet te krap; donspartij vrij vol en goed gesloten. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De kam bij de hen liefst omhangend naar een kant. De kinlellen bij de hen zijn iets kleiner maar toch goed ontwikkeld. De oorlellen zijn weinig ontwikkeld. Ernstige fouten Rode oorlellen; voorkomen van het geringste geel in snavel en loopbenen; weinig ontwikkelde legbuik bij de hen; te kort en te smal van rug; te hoge stelling; omvallende kam bij de haan; lager gewicht dan 800 gram voor een volwassen haan en lager dan 700 gram voor de hen. Fouten Iets rood in de oorlellen; licht gekleurde ogen; te weinig ontwikkelde kam.
Kleurslagen: Kwartel: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 33 van de Alg. Kleurbeschrijving. Blauwkwartel: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 34 van de Alg. Kleurbeschrijving. Zilverkartel: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 35 van de Alg. Kleurbeschrijving. Parelgrijs zilverkwartel: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 37 van de Alg. Kleurbeschrijving. Buff zwartcolumbia: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 64 van de Alg. Kleurbeschrijving. Wit: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleurbeschrijving. Zwart: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleurbeschrijving. Patrijs: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 2 van de Algemene Kleurbeschrijving, met dien verstande, dat bij de haan de kleur van hals- en zadelbehang donkerder wordt verlangd en bij de hen de patrijsbruine grondkleur iets dieper van kleur. Oogkleur oranjerood. Wildkleur: Kleur en tekening van haan en hen, zoals omschreven onder nr.1 van de Algemene Kleurbeschrijving, oogkleur oranjerood. |
|||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||