Eikenburger krielen |
|||||||
Herkomst: Nederland. In 1977 voor het eerst geëxposeerd. Algemene indruk: Een klein hennenvederig, lebendig en parmantig dwerghoen, dat, wat bouw betreft, duidelijk aan de Sebright krielen doet denken. Het ras stamt hier ook voor een belangrijk deel van af. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp Kop
Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen
Ogen Hals
Rug & Zadel
Borst Vleugels Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen Tenen Bevedering |
Kort en breed. Middelgroot, breed met iets bolle wangen; gezicht glad; levendig rood tot puperrood. Rozenkam, middelgroot, tamelijk vierkant van voren, stevig en recht op de kop geplaatst, bovenvlak flauw gewelfd en rijk voorzien van kleine puntjes; kamdoorn middellang, uitlopend in een fijne, liefst ronde punt, die naar achteren enigszins oploopt; fijn van weefsel; rood of purperrood. Kort, licht gebogen; blauwachtig hoornkleurig. Vrij kort en breed, goed gerond en fijn van weefsel; rood of purperrood. Ovaal, glad, fijn van weefsel, levendig rood tot purperrood, enig wit in de oorlellen is toegestaan. Vrij groot, levendig van uitdrukking; bruinoranje tot oranje. Vrij kort, naar de kop dunner verlopend, goed gebogen en flink naar achteren gedragen; geen halssierveren (hennenvederig). Rug kort en breed tussen de schouders, smaller wordend naar achteren; zadel in een kortronde, holle lijn overgaand in de staartpartij; rugveren breed en goed gerond, zadelbehang ontbreekt (hennenvederig). Breed, vol, goed gerond, goed naar voren en vrij hoog gedragen. Groot, laag gedragen; slagpennen breed. Breed en goed gerond. Groot, vol, vrij hoog en gespreid gedragen; staartstuurveren breed en vrij lang, de bovenste stuurveren mogen iets gebogen zijn en een paar cm voorbij de overige reiken, mits voldoende breed en goed gerond aan het einde; staartdekveren breed en recht, deze dekken de stuurveren goed af; sikkels ontbreken geheel. Normaal ontwikkeld en kort bevederd. Kort, van boven krachtig, naar de hiel toe dunner wordend. Goed uit elkaar geplaatst; vrij kort, glad en rond; vier tenen. In actie verheft het dier zich enigszins op de tenen; leiblauw. Goed gerond en breed. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De kleur van gezicht en kopversierselen van de hen is doorgaans iets donkerder dan die van de haan. Ernstige fouten Smalle bouw; lange rug; te lang gerekt van lichaamsvorm; weinig naar voren gedragen borst; lange opgericht gedragen dunne hals; slecht gevormde kam; hoge beenstelling; smalle bevedering; samengevouwen staart en sikkelvorming bij de haan; veel wit in de oren. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen: Wit: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleurbeschrijving. Zwart: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleurbeschrijving. |
|||||||
speciaalclub |
|||||||