Hollandse krielen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c: 04-20 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herkomst: Nederland, erkend sinds 1906. Algemene indruk: Tamelijk kort van bouw en nauwelijks middelhoog gesteld. De bevedering is vrij ruim, glad aanliggend en gaat vergezeld van goed ontwikkelde sierveren. Vormbeschrijving |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Romp
Kop
Kam
Snavel
Kinlellen
Oorlellen
Ogen Hals
Rug &
Zadel
Borst Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen
Loopbenen Tenen Bevedering |
Gedrongen, breed, naar achteren smaller wordend; met van voren opgerichte houding, zonder dat get lichaam zelf de indruk geeft naar achteren te hellen. Naar verhouding vrij klein; gezicht helderrood, vrij spaarzaam bedekt met haarachtige veertjes. Enkel, vrij klein, regelmatig getand, 4 tot 6 kampunten, bij voorkeur 5 recht en rechtop, fijn van weefsel, helderrood, de kamhiel volgt de buiging van de nek niet, doch loopt iets op naar achteren, aan de onderzijde maar weinig van de horizontale lijn afwijkend. Vrij kort, sterk, enigszins gebogen aan de punt, kleur al naar gelang de kleur van het gevederte. Nauwelijks middelgroot, vrij kort en niet afhangend, fraai gerond, gelijk van lengte; helderrood. Betrekkelijk klein, vlak, niet dik en niet glacé-achtig, zuiver wit, ook aan de randen; langwerpig rond tot breed amandelvormig. Vrij groot, levendig van uitdrukking, oranjerood tot bruinrood. Vrij kort, fraai naar achteren gebogen, naar boven dunner wordend, voorzien van een rijk ontwikkeld halsbehang, reikend tot op rug en schouders en de hals van voren zoveel mogelijk omsluitend. Zeer kort, iets aflopend naar achteren en in een kortronde holle lijn oplopend naar de staart zonder scherpe of hoekige overgang; zadel kort, breed en ruim voorzien van vrij lange zadelbehangveren welke fraai aansluiten bij de staartdekveren. Hoog en sterk naar voren gedragen, vol, breed, fraai gerond. Naar verhouding groot en lang, gerond aan het einde, schuin achterwaarts naar beneden gericht zonder de grond te raken; bij de hen niet in dezelfde mate als bij de haan; goed aangetrokken aan het lichaam, zodat de vleugeleinden elkaar onder het lichaam dicht naderen. Breed. Opgericht tot enigszins hoog en gespreid gedragen, naar verhouding groot, vol bevederd, voorzien van flink gebogen en fraai ontwikkelde, iets spits toelopende sikkelveren en goed ontwikkelde staartdekveren. De staartstuurveren moeten van behoorlijke lengte zijn en goed gespreid staan. Gesloten met matige donsontwikkeling, schuilgaande onder de vleugels. Kort, goed uit elkaar geplaatst en van voren gezien vrijwel evenwijdig aan elkaar staande. Loopbenen vrij kort, onbevederd, met vier middellange tenen, kleur al naar gelang de veerkleur. Vol ontwikkeld met rijke sierbevedering, doch iets krappe donspartij. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De buik van de hen is iets voller. Ernstige fouten Lange, smalle bouw; teveel aflopende lichaamshouding; te hoge beenstelling; te krappe bevedering; grote glacé-achtig witte of sterk roodgetinte oorlellen; afwijkende beenkleur; samengevouwen staartdracht; krulvorming in hals en zadel en daarboven bij de hen: niet naar voren gedragen borst; te lange rug en te korte staart. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen:
Zalmkleur: Kleur en tekening van de haan Kop: roomkleurig Hals- en zadelbehang: roomkleurig met zwartachtige schachtstreeptekening. Voorzijde van de hals, borst, buik, dijen en achterdeel: diep zwart. Rug, schouders en schouderboog: ongelijkmatig oranjerood (gemarmerd). De veren vertonen een zwart deel bij het lichaam, een oranjerood middendeel en een roomkleurige veerrand. Vleugels: zwart met een smal roomkleurig randje aan de buitenvaan.. Grote slagpennen: zwart met een smal wit randje aan de buitenvaan. Kleine slagpennen: binnenvaan zwart; buitenvaan roomkleurig met aan de bovenzijde een roodbruin randje, zodat bij gesloten vleugel een roomkleurige vleugeldriehoek wordt gevormd met een zichtbaar bruin randje. Vleugelband: groenglanzend zwart. Staart en sikkels: groenglanzend zwart. Bijsikkels: groenglanzend zwart met roomkleurige omzoming. Donskleur: grijsachtig. Loopbenen en tenen: licht leiblauw tot leiblauw. Snavel: hoornkleurig tot donker blauwachtig hoornkleurig. Ernstige fouten Te geel in hals-, zadel en vleugeldriehoek; egaal gekleurde rug-, schouder- en vleugeldekveren; veel wit in borst, buik en dijen; te zware hals- en zadeltekening of het ontbreken ervan; roomkleurige omzoming in de hoofdsikkels. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig; veel bruin in de vleugeldriehoek. Kleur en tekening van de hen Kop: roomkleurig. Halskraag: roomkleurig met lichtere nerf, naar beneden toe voorzien van zwartbruine schachtstreeptekening in het onderste deel van de veer. Voorzijde van de hals: licht zalmkleurig met een lichte nerf en lichte veeromzoming. Rug, zadel, schouders en vleugeldekveren: licht zalmkleurig met roomkleurige zoming en roomkleurige nerf. Enige pepering op rug en zadel voorlopig nog toegestaan. Borst, buik, dijen en achterdeel: licht zalmkleurig met een lichte nerf en een lichte veeromzoming. Van boven naar beneden toe geleidelijk lichter wordend; zonder pepering. Grote en kleine slagpennen: buitenvaan licht zalmkleurig; binnenvaan licht zalmkleurig met enige zwartachtige bruine pepering. Staart: staartstuurveren matzwart; de bovenste staartveren met een zalmkleurig randje aan de onderzijde van de veren, overige staartveren al of niet voorzien van een zalmkleurig randje. Staartdekveren licht zalmkleurig, zo mogelijk met een licht zalmkleurige omzoming. Donskleur: licht zalmkleurig tot lichtgrijs. Ernstige fouten Te geel in halskraag en het ontbreken van de schachtstreeptekening erin; te lichte of te donkere zalmkleur; ontbreken van de lichte veerzoming; te lichte borstkleur; te veel pepering op rug en zadel. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig. Buff Kleur van haan en hen Hals- en zadelbehang, rug en schouders bij de haan en de halskraag van de hen gelijkmatig van een glanzend warme goudgele kleur. Overig gevederte: warm goudgeel. Enige zwarte pepering in staart en grote slagpennen is toegestaan. Donskleur: bij voorkeur buffkleurig; iets grijsachtig toegestaan. Snavel: hoornkleurig tot licht blauwachtig hoornkleurig. Beenkleur: leiblauw tot licht leiblauw. Voorlopig is voor een periode van 5 jaar (2016-2020) vleeskleurig wit toegestaan. Ernstige fouten Duidelijk verschillende kleurdiepten in gedeelten van het gevederte; te rode of te melige grondkleur; wit in enig deel van het gevederte of in het dons. Veel zichtbare zwarte aanslag in staart; zwarte halstekening. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig. Blauw geelpatrijs Kleur en tekening van haan en hen De veren vertonen hetzelfde tekeningpatroon als bij de geelpatrijs. Wat de kleur betreft moet overal, waar bij geelpatrijs zwart staat bij blauw geelpatrijs blauw gelezen worden. Het blauw moet zo gelijkmatig mogelijk en helder zijn. De pepering bij de hennenveren is blauw. Voorts is, mede als gevolg van de verdunningsfactor, die van zwart blauw maakt, ook de grondkleur een tint lichter dan bij geelpatrijs. Ernstige fouten Haan: wit in sikkels, staart en slagpennen; veel tekening in borst, buik en dijen; roestig blauw; veel te donker blauw. Hen: ontbreken van de grondkleur op rug, waardoor de rug/zadel/vleugeldek te blauw toont; roest op de schouders; te bleke borstkleur; te weinig schachtstreeptekening. Lichte nerven; te grove of geklonterde pepering; veel te donker blauw. Fouten Haan: andere, geringe afwijkingen in kleur en tekening; te lichte of te donkere kleur; iets onegale blauwe kleur; onvoldoende scherpe begrenzing in hals en zadelbehang; zilverwitte vleugeldriehoek. Hen: andere, geringe afwijkingen in kleur en tekening; te lichte of te donkere kleur; iets onegale blauwe kleur; onvoldoende scherpe begrenzing in halskraag; iets geklonterde pepering en lichte nerven in de borst. Opmerking Een iets lichte omranding van rug- en vleugeldekveren bij de hen is toegestaan, doch wordt niet gewenst. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||