Java krielen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herkomst: Vermoedelijk afkomstig uit Java. In Engeland en later ook op het Europese Continent vervolmaakt tot het huidige type. Algemene indruk: Kort en breed van bouw, zeer sierlijke houding. Opgericht, levendig, soms iets opgericht op de tenen; een weinig gedrongen, doch niet gedrukt. De bevedering is rijk en breed en moet goed aangesloten aanliggen. Ondanks de naar verhouding hooggedragen borst mogen de Java krielen niet hooggesteld tonen. Grote, ronde witte oorlellen. Vormbeschrijving |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Romp Kop Kam
Snavel
Kinlellen Oorlellen
Ogen Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen Tenen
Bevedering |
Kort en breed. Klein, breed en kort; gezicht levendig rood. Rozenkam, tamelijk vierkant van voren, langwerpig met een kambasis van voldoende breedte, waardoor de niet te laag op de kop geplaatste kam toch stevig staat en van boven iets breder is dan aan de basis. De naar achteren iets oplopende kam is van boven vlak, rijk voorzien van fijne puntjes; de lange, rechte doorn staat in het verlengde van het kamoppervlak en loopt kegelvormig toe in een fijne punt; fijn van weefsel; levendig rood. Krachtig, tamelijk kort en licht gebogen aan de punt; kleur afhankelijk van de kleurslag. Tamelijk goed ontwikkeld, rond, dun, fijn van weefsel; levendig rood. Volkomen rond, groot en dik, zuiver wit en van glacéachtig fijn weefsel, met fijn geronde randen, vlak aanliggend zonder holte in het midden, overal gelijkmatig dik; de grootte van de oorlellen moet in overeenstemming zijn met de grootte van het dier. Groot en levendig van uitdrukking; kleur afhankelijk van de kleurslag. Naar boven dunner wordend, vrij kort, enigszins naar achteren gedragen, waardoor aan de achterzijde een fraaie buiging ontstaat; rijk voorzien van brede, lange halssierveren, zodat het halsbehang de schouders, vleugelboegen en de rug vrijwel geheel bedekt en ook de hals aan de voorzijde bijna geheel omsluit. Kort en breed in een kortholle lijn overgaande in zadelbehang en staart. Vol, breed, fraai gerond, goed naar voren en tamelijk hoog gedragen. Groot, lang en van voldoende breedte. Iets afhangend gedragen, zodat de dijen gedeeltelijk worden bedekt. Slagpennen breed over de gehele lengte, vleugelbandveren breed en goed ontwikkeld. Breed. Groot, goed gespreid en naar achteren doch niet te laag gedragen; staartstuurveren breed en lang, elkaar goed afdekkend; sikkels lang, breed van basis, tot het goed geronde einde; de hoofdsikkels van zodanige lengte en buiging, dat de staartstuurveren er niet voorbij steken; bijsikkels en staartdekveren goed ontwikkeld, breed en lang, goed aansluitend bij het rijk ontwikkelde, uit brede en lange sierveren bestaande zadelbehang, dat de ruimte tussen de vleugeleinden en bijsikkels behoort te vullen. Normaal ontwikkeld en matige donsontwikkeling. Benedendijen vrij kort en stevig. Goed uiteen geplaatst en van voren gezien evenwijdig aan elkaar staande. Vrij kort, fijn geschubd, glad en rond, vier tenen, fijn doch sterk, zodat het dier geneigd is, wanneer in actie, zich op de tenen te verheffen, waarbij de achterteen nagenoeg vrij van de grond komt. Kleur afhankelijk van de kleurslag. Breed, buigzaam, rijk ontwikkeld, doch dankzij een matige donsontwikkeling, glad aanliggend. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. Staartdekveren bij de hen breed en rijk ontwikkeld en tamelijk ver over de staartstuurveren liggend. Ernstige fouten Smalle bouw, te hoge of te lage beenstand; te hoge of te lage vleugeldracht, smalle of te korte veren;te hoge of te lage staartdracht; sterk gespreide of nagenoeg samengevouwen staart; ovale, te kleine, niet zuiver witte oorlellen; rood in de randen van de oorlellen; gevouwen of sterk hol aanliggende oorlellen, scheve of van boven uitgeholde kam; opgewipte, neergebogen of afgeplatte kamdoorn; ontbreken van de rode kleur in de kopversierselen en in het gezicht. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||