Maleier krielen |
|||||||
Herkomst: Engeland. Einde 19e eeuw uit grote Maleiers, Moderne Engelse vechtkrielen en Aseelkrielen gefokt. Algemene indruk: Zeer hoog gesteld met opgerichte houding. Brede bouw en zwaar bespierd; hals, rug en staart vormen een driebogenlijn. Krap bevederd. Boosaardige kopuitdrukking. Vechtlustig. Matige leg van geelbruine eieren van 40-45 gram. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp
Kop Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen Ogen
Hals
Rug & Zadel
Borst
Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen
Loopbenen Tenen Bevedering |
Kort, zeer breed, opgericht gedragen; in de markante schouders zeer duidelijk breder dan bij het achterlijf. Schedel zeer breed met overstekende wenkbrauwen; gezicht glad en rood. Walnootkam, klein, goed voor op de kop geplaatst, glad en zonder kamdoorn; rood. Kort, krachtig, goed gebogen; diep geel van kleur. Klein, van elkaar gescheiden door een keelwam; rood. Klein, rood. Diepliggend, parelkleurig tot licht geelachtig. (Bij jonge dieren is iets rode kleurinmenging toegestaan). Lang, rechtop gedragen en maar weinig gebogen, is over de gehele lengte ongeveer even dik; halsbehang krap ontwikkeld, zodat het de rug en schouders niet bereikt. Breed, vrij kort en gewelfd; sterk afhellend gedragen en in het zadel duidelijk smaller dan in de schouders; zadel kort bevederd; rug overlangs enigszins gerond. Breed en gespierd, zeer hoog gedragen; krap bevederd, waardoor de huid op de borstbeenkam zichtbaar is. Kort, goed gesloten; vleugeleinden worden op de rug gedragen, waardoor de tweede boog wordt gevormd; vleugelboeg wordt naar buiten uitstaand gedragen.. Hoekig; worden hoog gedragen. Kort, krap bevederd, samengevouwen en laag gedragen; vormt met de rug een stompe hoek en de derde boog hals, rug, staart; sikkels smal en maar even gebogen, bijsikkels kort en spaarzaam aanwezig. Weinig ontwikkeld; goed opgetrokken; donspartij zeer kort. Lang en zwaar bespierd, tekenen zich duidelijk tegen het lichaam af; staan van voren gezien goed uit elkaar geplaatst, evenwijdig aan elkaar onder het lichaam. Zeer krap bevederd, waardoor het hielgewricht min of meer kaal is; hielgewricht iets gebogen. Lang en glad; diep geel van kleur; 4 tenen, de achterteen moet op de grond rusten. Krap, met harde, smalle en korte veren. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De hen heeft minder ontwikkelde wenkbrauwen en draagt de samengevouwen staart iets hoger dan de haan. Ernstige fouten Te smalle bouw, te weinig opgerichte houding, ontbreken van de driebogenlijn; te smal in de schouders; te lage vleugeldracht; te lange vleugels; te laag gesteld, verkeerde beenstand; afwijkende kam; lange, spitse snavel; verkeerde oogkleur; losse, volle bevedering. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen: Tarwe: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 28 van de Algemene Kleur-beschrijving. De kleur van het hals- en zadelbehang van de haan is echter warm donkerrood. De halskraag bij de hen is donker warm bruinrood. Borst, buik en dijen zijn licht bruinachtig tarwegrijs. Rug, vleugels en staart zijn donkerder met een meer bruinachtige tint. Wit: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleur-beschrijving. Witpatrijs: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 11 van de Algemene Kleur-beschrijving. Patrijsbont: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 27 van de Algemene Kleur-beschrijving. Noot Bij het beoordelen van Maleiers moet er rekening mee gehouden worden, dat deze vóór alles vormvogels zijn, kleur en tekening komen pas op de tweede plaats. Dieren, die evenwel te veel van de standaardkleur afwijken moeten daarvoor enigszins in predicaat worden teruggezet. c 01-17 |
|||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||