Ohiki |
|||||||
c 02-17 |
|||||||
Herkomst: Voor zover bekend rond 1850 ontstaan op het eiland Sjikokoe in Zuid-Japan. Algemene indruk: Een diep gesteld krielhoen. Karakteristiek is de zeer weelderige, smalle en soepele bevedering van zadelbehang en sikkels, die over de grond slepen. De Ohiki wordt gerangschikt onder de langstaartrassen. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp Kop Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen Ogen Hals Rug & Zadel Borst Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen
Loopbenen Tenen Bevedering |
Bijna middellang; breed; met bijna horizontale lichaamshouding. Middelgroot; gezicht middelgroot, vrij rond en glad; rood. Enkel; middelgroot; recht en rechtop, voorzien van 4 tot 6 kamtanden; fijn van weefsel; helder rood; kamhiel iets oplopend. Middellang; dun en gebogen; licht hoornkleurig. Middelgroot; glad en rond; fijn van weefsel; rood. Middelgroot; ovaal tot rond; wit tot geelachtig wit. Groot, oranjerood tot roodbruin. Vrij kort; de weelderige bevedering reikt over de schouders tot op de rug. Middellang en breed, in een holle lijn overgaand in de staartpartij. Breed; het volle en rijke zadelbehang sleept over de grond. Breed, goed gerond en iets naar voren gedragen. Groot; lang; naar beneden gedragen, zodat de vleugeleinden de grond bijna raken. Breed; bedekt door het halsbehang. Vol en weelderig bevederd; middelhoog en gespreid gedragen. De staart-stuurveren zijn enigszins gebogen, lang en vrij smal met een buigzame schacht; de sikkels en bijsikkels zijn lang en smal met buigzame schachten en reiken tot op de grond. Het geheel vormt met het zadelbehang één vloeiende dichte verenmassa. Vol en rijk bevederd. Kort; vanwege de volle bevedering en de laag gedragen vleugels niet zichtbaar. Nauwelijks middellang; krachtig; glad met goede puntvormige sporen; wil- gengroen. Tenen middellang; recht en goed gespreid; wilgengroen Zeer rijk; zacht; goed aanliggend. De sierbevedering is weelderig, lang, smal en buigzaam. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De lichaams- houding van de hen is meer horizontaal; de kam is vrij klein. Ernstige fouten Smalle bouw; te hoge beenstand; hoge of afhangende staartdracht; onvoldoende rijke bevede-ring; te korte bevedering; veel rood in de oorlellen; te grote en/of omvallende kam bij de hen. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen: Patrijs: Kleur en tekening van de haan, zoals aangegeven onder nr. 2 van de Algemene Kleurbe-schrijving, met dit verschil, dat aan de schachtstreeptekening in hals- en zadelbehang geen hoge eisen worden gesteld. De grondkleur van de haan is iets roder. Kleur en tekening van de hen, zoals aangegeven onder nr. 2 van de Algemene Kleurbe-schrijving, met dit verschil, dat de halskraag slechts enige schachtstreeptekening vertoont. Hieraan worden geen hoge eisen gesteld. De borst is diep zalmkleurig. Schouders, schouder-boog, rug, vleugelband- en vleugeldekveren: goud grijsbruin met onregelmatige en grove grijsachtige pepering en lichtbruine nerftekening. Een lichtere smalle veerrand alsmede een iets rodere kleur op schouders en vleugeldek is toegestaan. Ernstige fouten Haan: wit in sikkels, staart en slagpennen; veel bruin in borst, buik en dijen; te licht van kleur. Hen: wit in bevedering; te bleke borstkleur; het ontbreken van nerftekening en pepering. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. Bovendien onvolledig gekleurde vleugeldriehoek bij de haan. Zilverpatrijs: Kleur en tekening van de haan, zoals aangegeven onder nr. 5 van de Algemene Kleurbe-schrijving, met dit verschil, dat aan de schachtstreeptekening in hals- en zadelbehang geen hoge eisen worden gesteld. Kleur en tekening van de hen, zoals aangegeven onder nr. 5 van de Algemene Kleurbe-schrijving, met dit verschil, dat de halskraag slechts enige schachtstreeptekening vertoont. Hieraan worden geen hoge eisen gesteld. De borst is zalmkleurig. Schouders, schouderboog, rug, vleugelband- en vleugeldekveren: lichtgrijs met onregelmatige en grove donkergrijze pepering en lichte nerftekening. Een smalle lichtgrijze veerrand alsmede een iets zalmkleurige aanslag op schouders en vleugeldek is toegestaan. Staartstuurveren met grijs doormengd. Ernstige fouten Haan: wit in sikkels, staart en slagpennen; veel wit in borst, buik en dijen; sterk gele aanslag in de zilverwitte veergedeelten. Geheel ontbrekende schachtstreeptekening in hals- en zadelbe-hang. Hen: erg ongelijkmatige kleur op bovendek. Ontbreken van halstekening. Te bleke borstkleur; het ontbreken van nerftekening en pepering. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. Bovendien onvolledige zilveren vleugeldriehoek bij de haan. |
|||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |