Oud-Engelse vechthoenders |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c 01-18 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herkomst: Engeland. Algemene indruk: Een hardvederig hoen, zeer levendig van aard; hard bespierd; opgericht en uitdagend van houding, veel vitaliteit tonend. Vormbeschrijving |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Romp
Kop Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen Ogen Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen
Loopbenen Tenen
Bevedering |
Gespierd en vast aanvoelend, van voren naar achteren smaller wordend; niet diep. Middellang, naar de snavel toe smaller wordend; gezicht glad. Enkel, klein, recht en rechtop, fijn getand en fijn van weefsel, de kamhiel volgt niet de buiging van de nek. Vrij lang, licht gebogen, stevig aan de basis, naar de punt spit toelopend. Klein, fraai gerond, fijn van weefsel. Klein, glad, dun en fijn van weefsel; rood. Groot, uitstaand, met levendige uitdrukking; kleur naar gelang de kleurslag. Lang, van onderen zeer krachtig, naar de kop toe dunner wordend; halsbehang vol en lang, de schouders bedekkend. Kort, breed tussen de schouders, vlak, smaller wordend naar het zadel, aflopend naar de staart. Breed, goed ontwikkeld, krachtig, niet te diep doch wel goed gerond. Groot en sterk met krachtige schouders, goed aangetrokken gedragen; de boeg niet door de borstveren bedekt; vleugels geneigd elkaar onder de staart te raken, moeten daarbij zo weinig mogelijk voorbij het achterlijf steken; grote slagpennen niet te lang, gerond aan de punten; vleugelpennen krachtig en breed. Breed en gerond. Opgericht, middelhoog gedragen; sikkels breed, voorzien van stevige schachten, iets gespreid gedragen. Weinig ontwikkeld en goed opgetrokken. Kort en gespierd, rond en flink uit elkaar geplaatst; volgen de buiging van de borstlijn. Middellang, met een duidelijke hoek in het hielgewricht, niet te ver uit elkaar geplaatst; vier tenen, de achterteen goed naar achteren gericht en vlak op de grond rustend; kleur al naar gelang de kleurslag. Hard, vast glanzend. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. Ernstige fouten Te smal en lang van bouw; te dunne hals of dijen; onvoldoende gerond; onvoldoende hoek in het hielgewricht; verkeerde been- of teenstelling; zacht, los gevederte. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen:
Noot: Gekuifde en gebaarde exemplaren zijn toegestaan. Bovendien kan bij hanen nog henvede-righeid voorkomen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||