Rijnlander krielen |
|||||||
c 02-17 |
|||||||
Herkomst: West-Duitsland. Ongeveer in 1930 op de tentoonstellingen verschenen. Algemene indruk: Klein, gestrekt landhoentype met een vrijwel horizontale lichaamshouding en met een breed gedragen, rijk bevederde staart. Middelhoog gesteld. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp
Kop
Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen Ogen Hals Rug & Zadel Borst Vleugels Schouders Staart
Achterlijf Dijen
Loopbenen Tenen Bevedering |
Rechthoekig, gestrekt, vrij breed, matig afgerond. Verhouding lengte : diepte als 8 : 5. Klein, met iets afgeplatte schedel; gezicht rood, met kleine haarachtige veertjes bezet. Kleine rozenkam, laag en dicht op de kop liggend, fijn gepareld; kamdoorn kort, de neklijn volgend, fijn van weefsel; helderrood. Stevig; kleur al naar gelang de kleurslag. Klein, fijn van weefsel; levendig rood. Klein, enigszins ovaal, glad aanliggend; zuiver wit. Groot; kleur afhankelijk van de kleurslag. Middellang; halsbehang vol ontwikkeld. Rug breed, lang, recht, enigszins doch niet veel aflopend naar de staart; zadel breed, zadelbehang goed ontwikkeld. Breed, gewelfd, diep. Goed aangesloten en hoog gedragen. Breed, gedeeltelijk bedekt door het halsbehang. Rijk bevederd; lang, breed, halfhoog en tamelijk gespreid gedragen, brede, staartstuurveren; hoofdsikkels eveneens breed en rond eindigend, goed gebogen; veel bijsikkels. Goed ontwikkeld; vol, breed, volbevederd. Nauwelijks middellang, krachtig, grotendeels in het gevederte verborgen; goed uit elkaar geplaatst en evenwijdig aan elkaar. Middellang, fijn van bouw, gladgeschubd; vier tenen; kleur al naargelang de kleurslag. Breed, rijk en vol doch goed aanliggend en goed glanzend. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken en een meer horizontale houding bij de hen nog enige verschillen. De hen heeft een goed ontwikkelde legbuik en een brede staartdracht, die aan het einde even breed is als bij het lichaam. Ernstige fouten Te korte of te smalle rug; vlakke, ondiepe borst bij de haan; spitse, scherpe borst bij de hen;te laag gedragen vleugels; te steile of te vlakke staartdracht; smalle veren, samengevouwen of spitse staart bij de hen; te hoge beenstelling; te grote kam; aflopende ruglijn en vorming van zadelkussen bij de hen. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen: Zwart Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleur-beschrijving, met dien verstande, dat aan de groene glans hoge eisen worden gesteld. Ogen: donkerbruin. Snavel: hoornkleurig tot zwart. Loopbenen en tenen: zwart bij overjarige dieren blauwzwart. Voetzolen: wit. Wit Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleur-beschrijving. Ogen: donkerbruin. Snavel: hoornkleurig. Loopbenen en tenen: leiblauw. Iets gele aanslag in de sierveren van de haan wordt niet zwaar bestraft. Blauw (gezoomd) Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 101 van de Algemene Kleur-beschrijving. Ogen: donkerbruin. Snavel: hoornkleurig tot zwart. Loopbenen en tenen: leiblauw tot zwart. Voetzolen: wit. Patrijs Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 2 van de Algemene Kleur-beschrijving, met dien verstande, dat bij de hen in de veren van schouders, rug en zadel een licht gekleurde schacht aanwezig dient te zijn. De grondkleur van de haan en hen is iets roder. Ogen: donkerbruin. Snavel: hoornkleurig. Loopbenen en tenen: leiblauw. Voetzolen: wit. Zilverpatrijs Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 5 van de Algemene Kleur-beschrijving, met dien verstande, dat bij de hen in de veren van schouders, rug en zadel een licht gekleurde schacht aanwezig dient te zijn. Ogen: donkerbruin. Snavel: leiblauw. Loopbenen en tenen: leiblauw Koekoek Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 104 van de Algemene Kleur-beschrijving. Ogen: bruinrood. Snavel: lichtgrijs. Loopbenen en tenen: vleeskleurig tot wit, lichtgrijze aanslag toegestaan. |
|||||||
Fokkers Frisia |
|||||||