Sebright krielen |
|||||||
c 02-17 |
|||||||
Herkomst: Engeland, omstreeks 1800 Algemene indruk: Parmantig, levendig dwerghoen. Hennenvederig. Kort en breed van bouw met goed geronde vorm. Brede, ronde gezoomde veren. Door de sterk naar voren gedragen borst, de naar achteren gebogen hals en de hennenvederigheid van de hanen heeft dit ras een geheel eigen type. Opgericht, eerder iets laag dan middelhoog gesteld. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp Kop
Kam
Snavel Kinlellen
Oorlellen
Ogen
Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen Tenen Bevedering |
Kort en breed, donspartij van het achterdeel kort. Middelgroot, breed en vrij kort; gezicht glad, levendig rood of purperrood van kleur. Rozenkammig, tamelijk vierkant van voren, stevig en recht op de kop ge-plaatst, bovenvlak flauw gewelfd, rijk voorzien van puntjes; kamdoorn mid-dellang, uitlopend in een fijne ronde punt; kam en kamdoorn lopen in één lijn lichtelijk op naar achteren; fijn van weefsel; rood of purperrood van kleur. Kort, licht gebogen; blauwachtig hoornkleurig. Breed, goed gerond, fijn van weefsel; levendig rood of purperrood van kleur. Ovaal, glad, fijn van weefsel; levendig rood of purperrood, enig wit in de oorlellen is toegestaan. Groot, vol, uitstaand, levendig van uitdrukking; kleur afhankelijk van de kleurslag. Vrij kort, naar de kop dunner verlopend, goed gebogen, en flink naar achte-ren gedragen; hennenvederig, d.w.z. geheel zonder hals- en zadelsier-veren. Kort, smaller wordend naar de staart, in een kortronde holle lijn overgaand in de staartpartij; rug- en zadelveren breed en goed gerond. Vol, breed, fraai gerond; goed naar voren en enigszins hoog gedragen. Groot, laag gedragen; grote en kleine slagpennen breed en elkaar goed afdekkend. Breed en goed gerond. Vol, groot, vrij hoog en gespreid gedragen; staartstuurveren breed en vrij lang, elkaar goed afdekkend, staartdekveren recht, breed en goed aanslui-tend liggend op de staartstuurveren; sikkels ontbreken geheel; de bovenste staartstuurveren mogen iets gebogen zijn en een paar centimeter voorbij de andere reiken, mits breed en goed gerond aan het einde. Normaal ontwikkeld en kort bevederd. Benedendijen kort, van boven krachtig en dunner wordend bij de hiel. Goed uit elkaar geplaatst en van voren gezien evenwijdig aan elkaar staand; loopbenen vrij kort, glad, rond; vier tenen, leiblauw. Breed, fraai gerond aan het einde. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De hen is over her algemeen aan het gezicht, kam en kinlellen meer purperrood van kleur dan de haan. Ernstige fouten Smalle bouw; lange rug, te lang gerekt van lichaamsbouw; weinig naar voren gedragen borst; lange , opgericht gedragen dunne hals; slecht gevormde kam; hoge beenstelling; smalle bevedering; sikkelvorming bij de haan en samengevouwen staart. Veel wit in de oorlellen; te lichte oogkleur. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen: Goud zwartgezoomd: Kleur en tekening van haan en hen: goudbruine grondkleur, iedere veer, inclusief hals-, vleugel- en staartveren, voorzien van een smalle, glanzende zwarte zoom, overal even breed, geheel om de veer lopend en aan de voor- en achterzijde van de veer zichtbaar. Donskleur: blauwgrijs. Ogen: donkerbruin tot bruinzwart. Zilver zwartgezoomd: Kleur en tekening van haan en hen: de veren vertonen hetzelfde tekeningpatroon als bij goud zwartgezoomd; de goudbruine grondkleur is hier vervangen door zilverwit. Donskleur: blauw-grijs. Ogen: donkerbruin tot bruinzwart. Citroen zwartgezoomd: Kleur en tekening van haan en hen: de veren vertonen hetzelfde tekeningpatroon als bij goud zwartgezoomd; de goudbruine grondkleur is hier vervangen door citroengeel of lichtgeel. Donskleur: blauwgrijs. Ogen: donkerbruin tot bruinzwart. Geel witgezoomd: Kleur en tekening van haan en hen: de veren vertonen hetzelfde tekeningpatroon als bij goud zwartgezoomd; de goudbruine grondkleur is hier vervangen door warm goudgeel; de zoming is wit. Donskleur: wit. Ogen: roodbruin tot donkerbruin. Ernstige fouten Te donkere, te lichte of onregelmatige grondkleur; bij goud zwartgezoomd en citroen zwartgezoomd lichte schachten, bij zilver zwartgezoomd een geelachtige tint in de grondkleur; brede of niet voldoende diepzwarte of witte omzoming; dubbele omzoming; hoefijzervormige omzoming; onvoldoende omzoming van de veren aan de borst en voorzijde van de hals; te lichte keel; zwarte pepering in de staart. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. |
|||||||
Fokkers Frisia |
|||||||