Ukkelse baardkrielen |
|||||||
c 02-17 |
|||||||
Herkomst: België. Algemene indruk: Korte, brede gedrongen kriel, gekenmerkt door de weelderige ontwikkeling van de baard, het halsbehang, de gierhakken en de voetbevedering. Vooral klein maar zonder overdrijving. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp
Kop Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen Ogen
Baard
Hals
Rug & Zadel Borst
Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen
Tenen Bevedering |
Gedrongen, breed en diep, volbevederd, naar achteren iets smaller wordend; achterdeel breed en diep. Naar verhouding vrij klein. Enkel, fijn van weefsel, recht en rechtop, nauwelijks middelgroot, regelmatig getand; 5 tanden, de kamhiel weinig ontwikkeld en de buiging van de nek volgend zonder deze te raken; levendig rood. Kort en licht gebogen, kleur al naar gelang de kleurslag. Ontbrekend of zo weinig mogelijk ontwikkeld. Klein, rood, schuilgaande onder de baard. Een weinig uitstaand, levendig van uitdrukking; kleur afhankelijk van de kleurslag. Rijk ontwikkeld en zo overvloedig mogelijk, horizontaal langs weerzijden van de snavel opgroeiend tot aan en voorbij de ogen; onder de snavel verticaal naar beneden groeiend, waardoor een driedelige baard ontstaat. Vrij kort, goed gebogen, halsbehang zeer dik en uitstaand, reikend tot op de schouders en tot de basis van de staart; onder de keel en achter de baard groeit een deel van de halsveren achterwaarts, waardoor “manen”worden gevormd, die achter in de nek bij elkaar komen. Zeer breed, geheel bedekt door het vol ontwikkelde halsbehang; rijk zadelbehang. Zeer breed en diep; het bovendeel is sterk ontwikkeld en wordt naar voren gedragen. Tegen het lichaam gesloten, naar omlaag gericht en iets naar het onderlijf toe gebogen; vleugelaanzet bedekt door het halsbehang; vleugeleinden gaan schuil onder het zadelbehang. Breed. Matig gespreid en tamelijk hoog gedragen; de twee grote sikkelveren zijn slechts licht gebogen; de bijsikkels zijn kort en gebogen en bedekken maar ten dele de staartstuurveren. Breed en diep. Vrij kort, krachtig, goed bevederd, met flink ontwikkelde gierhakken. Kort, krachtig, goed uit elkaar geplaatst en van voren gezien evenwijdig aan elkaar staande; recht; kleur al naar gelang de kleurslag; flink bevederd aan de voor- en buitenzijde; de voetveren zijn kort aan het boveneinde van de loopbenen en nemen naar beneden in lengte toe; ze zijn stijf en staan horizontaal naar buiten in een boog, die aan het uiteinde omhoog gericht is; 4 tenen, de buitenteen en de middenteen zijn bevederd. Weelderig ontwikkeld. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De hen draagt de staart iets lager. Ernstige fouten Onvoldoende baard- en manen ontwikkeling; sterk ontwikkelde kinlellen; zichtbare oorlellen; slepende vleugels; te hoge beenstelling; te lange, smalle en grove bouw; te geringe voetbevedering; ontbreken van de bevedering aan de middenteen. Fouten Witte oorlellen; te zware kam; onregelmatige of te fijn getande kam; iets te hoge beenstelling; iets te korte voetbevedering; te hoge of samengevouwen staart.
Kleurslagen: Porselein Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 88 van de Algemene Kleur-beschrijving, met dit verschil, dat de grondkleur okerrood is; de tekening is iets grover. Snavel, loopbenen en tenen: leiblauw. Oogkleur: oranjerood. Isabelporselein Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 89 van de Algemene Kleur-beschrijving. Snavel, loopbenen en tenen: leiblauw. Oogkleur: oranjerood. Zwart witgepareld Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 95 van de Algemene Kleur-beschrijving. Snavel: leiblauw; loopbenen en tenen: wit met donkere vlekken, bij jonge dieren iets zwarte gloed in de schubben. Leiblauw toegestaan Oogkleur: oranjerood tot roodbruin. Blauw witgepareld Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 96 van de Algemene Kleur-beschrijving. Snavel: leiblauw; loopbenen en tenen: wit met donkere vlekken, bij jonge dieren iets zwarte gloed in de schubben. Leiblauw toegestaan Oogkleur: oranjerood tot roodbruin. Zwart Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleur-beschrijving. Snavel, loopbenen en tenen: leiblauw tot zwart, bij jonge dieren iets zwarte gloed in de schubben. Leiblauw toegestaan Oogkleur: donkerbruin. Wit Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleur-beschrijving. Snavel, loopbenen en tenen: leiblauw. Oogkleur: donkerbruin. Witte beenkleur is toegestaan, de oogkleur is dan rood tot roodbruin. Blauw (gezoomd) Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 101 van de Algemene Kleur-beschrijving. Snavel, loopbenen en tenen: leiblauw, bij jonge dieren iets zwarte gloed in de schubben. Oogkleur: donkerbruin. Koekoek Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 104 van de Algemene Kleur-beschrijving. Snavel, loopbenen en tenen: rosewit; enige donkere aanslag toegestaan. Oogkleur: oranjerood. Parelgrijs Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 102 van de Algemene Kleur-beschrijving. Snavel, loopbenen en tenen: leiblauw. Oogkleur: donkerbruin. Noot De kleur van de baard is bij de genoemde kleurslagen gelijk aan die van de borst. De kleur van de voetbevedering is in overeenstemming met het overige gevederte. Te veel wit in de voetbevedering geldt als ernstige fout. |
|||||||
Fokkers Frisia |
|||||||