Watermaalse baardkrielen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c 02-17 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herkomst: Ontstaan in België te Watermaal omstreeks 1914. Algemene indruk: Zeer kleine, gebaarde kriel met een nekkuifje en een geheel op zichzelf staand kamtype. Vormbeschrijving |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Romp Kop Kam
Snavel Kuif Baard Kinlellen Oorlellen Ogen Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen Tenen Bevedering |
Vrij kort, breed tussen de schouders, naar achteren smaller wordend. Iets groot schijnend door de kuif, zonder schedelknobbel. Rozenkam, vrij kort, middelgroot, met driedelige doorn, welke tegen de kuif drukt, de middendoorn is de dikste en is iets langer, de buitendoorns zijn iets korter en dunner, fijn van weefsel; helderrood. Vrij kort; kleur al naar gelang de kleurslag. Vrij smal maar voldoende ontwikkeld; naar achteren gericht. Goed ontwikkeld, driedelig. Nauwelijks ontwikkeld, verborgen in de baard. Nagenoeg niet ontwikkeld en bedekt door de baard; wit. Groot, iets uitstaand; kleur al naar gelang de veerkleur. Nauwelijks middellang, sierlijk gebogen en vol bevederd; halsbehang flink ontwikkeld, de schouders goed bedekkend en manen vormend in de nek. Aflopend naar achteren; middellang, korter tonend door het grotendeels schuilgaan onder het zadelbehang. Geboren en iets naar voren gedragen. Middellang, naar beneden gericht; aan het einde naar binnen gebogen. Vrij breed. Enigszins samengevouwen, met de ruglijn een stompe hoek vormend; de grote sikkelveren zijn licht gebogen. Matig ontwikkeld met krappe donspartij. Middellang, vrij aangesloten bevederd. Middellang, fijn, glad; vier tenen; kleur al naar gelang de kleurslag.
Glad aanliggend. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken de volgende verschillen: Bij de hen zijn de baard-veren iets breder en meer afgerond, waardoor de baard als regel iets voller is. Hetzelfde geldt ook voor de vorm van de kuif. Rug en zadel zijn middellang, in een stompe hoek overgaande in de staart. Bij de hen is het achterlijf vrij goed ontwikkeld met een volle, maar goed afgeronde donspartij. Ernstige fouten Grote kuif en schedelknobbel; te steile staartdracht; geel in de beenkleur. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. Bovendien zichtbare kinlellen.
Kleurslagen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fokkers Frisia |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||