Schedel van een Bankiva hoen. Deze is relatief klein, nauwelijks groter dan die van een dwerghoen.
Een schedel van een land-hoenras. De lijn van snavel naar schedel verloopt iets gelijkmatiger dan bij bovenstaande schedels.
Een schedel van een Brabanter haan. Een flinke verhevenheid op de schedel geeft aan, dat het een gekuifd exemplaar betreft.
De schedel van een Hollands Kuifhoen haan heeft echt een grote schedelknobbel.
Schedel van een Hollandse krielhaan. De oogholte is echter groter dan die van een Bankiva hoen.
De schedel van een Maleier hoen is breder en hoger, de snavel korter en dikker dan die van landhoenders.
Schedel van een Kraaikop. Opvallend is dat het neusbeen open is.
Dezelfde schedel maar dan een dwarsdoorsnee.