Hollandse kuifhoenders |
|||||||||||||
Herkomst: Nederland Algemene indruk: Sierlijk landhoen met opvallende kuif, weelderige sierbevedering en contrastrijke kleuren; opgericht van houding met slechts weinig afhellende rug. Vormbeschrijving |
|||||||||||||
Romp
Kop
Kam
Kuif
Snavel
Kinlellen
Oorlellen Ogen Hals
Rug &
Zadel
Borst Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen
Loopbenen Tenen Bevedering |
Gestrekt, breed tussen de schouders, naar achteren iets smaller wordend, matig diep. Middelgroot met voldoende breedte tussen de ogen en vrij langwerpig van vorm; flink ontwikkelde schedelknobbel, waarop de kuif staat; gezicht rood, onbevederd, fijn van weefsel. Ontbreekt, of is slechts rudimentair aanwezig door wat roodachtig dun kamvlees op de snavelbasis boven de neusgaten. Groot, vol en dicht bevederd, recht op de kop, het zicht niet belemmerend, de kuifveren regelmatig ingeplant, waardoor de kuif symmetrisch van vorm is. Bij de haan zijn de kuifveren aan beide zijden van de kop van gelijke lengte; aan de voorzijde van de kuif wordt een slechts weinig gewelfd vlak gevormd door de naar voren uitbuigende langste kuifveren; de lange smalle kuifveren zijn bij goede kuiflengte zo lang en talrijk, dat bij normale halshouding de veren tot halverwege het halsbehang afhangen, d.w.z. tot beneden de onder-kant van de kinlellen. Kop en bovenhals worden, behalve van voren, geheel omsloten. De hen heeft een andere kuifstructuur met brede en fraai geronde veren, waardoor de kuif bolrond is. Middellang, vrij krachtig, licht gebogen aan de punt; grote, iets opengespalkte en verhoogd liggende neusgaten; kleur naargelang die van het gevederte. Vrij lang bij de haan; middellang bij de hen, dun en fijn van weefsel, fraai afgerond van vorm; levendig rood. Middelgroot, langwerpig rond (ovaal); zuiver wit. Groot, vol, levendig; oranje tot bruinrood (2013). Middellang, opgericht en sierlijk gebogen gedragen; halsbevedering rijk ontwikkeld; rug, schouders en voorzijde van de hals ten dele bedekkend. Enigszins aflopend naar achteren, vrij breed en iets afgeplat tussen de schouders, middellang, zonder neiging tot ronding in de lengte; in een kort-ronde, stompe hoek overgaande in de staart. Zadelbehang goed ontwikkeld, tamelijk breed, fraai aansluitend bij de staartdekveren; zadeldekveren lang en de vleugeleinden bedekkend. Vol, breed, fraai gerond, goed naar voren gedragen. Flink ontwikkeld, vrij lang, goed aangetrokken gedragen, rustend op de flankbevedering, zonder af te hangen. Breed en goed gerond. Rijk ontwikkeld, niet hoog, maar ook niet te laag gedragen; stuurveren breed en tamelijk gespreid; sikkels lang, breed en fraai gebogen; staartdekveren talrijk en goed ontwikkeld. Tamelijk gevuld, weinig donspartij. Recht en van voren gezien evenwijdig uit elkaar geplaatst; vrij sterk, middellang, aansluitend bevederd. Middellang, tamelijk fijn van vorm, onbevederd; vier tenen; kleur naar gelang de veerkleur. Goed ontwikkeld, vlak aanliggend maar niet krap. |
||||||||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken en de andere vorm van de kuif geen noemens-waardige verschillen. Ernstige fouten Te plompe of te smalle bouw; onvoldoende sierveerontwikkeling; te kleine, losse, scheve, van boven openvallende en gespleten of teveel achterover hellende of niet ronde kuif; teveel kamvleesvorming voor de kuif. Een zodanige kuifvorm, dat het zicht belemmerd wordt. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. Diskwalificatie: kuifhoenders met ontstoken oogleden.
Kleurslagen: Met witte kuif Zwart: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleurbeschrijving, met uitzondering van de kuif. De kuif zuiver wit; klein zwart vederbosje boven de snavelbasis toegestaan. Snavel: donker hoornkleurig. Loopbenen en tenen: donker leiblauw, bij jonge dieren met zwarte gloed in de schubben. Ernstige fouten Zwarte veren in de kuif, behalve, die in het gekleurde “hartje”boven de snavelbasis; sterk gele tint in de kuifveren. Wit: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleurbeschrijving. Snavel: licht hoornkleurig. Loopbenen en tenen: licht leiblauw. Blauw (gezoomd): Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 101 van de Algemene Kleurbeschrijving, met uitzondering van de kuif. De kuif zuiver wit; klein blauw vederbosje boven de snavelbasis. Snavel: donker hoornkleurig. Loopbenen en tenen: donker leiblauw, bij jonge dieren met zwarte gloed in de schubben. Koekoek: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 104 van de Algemene Kleur-beschrijving, met uitzondering van de kuif. De kuif zuiver wit; klein koekoek-kleurig vederbosje boven de snavelbasis. Snavel: licht hoornkleurig. Loopbenen en tenen: wit of licht parelgrijs. Noot Bij de gekleurde variëteiten met een witte kuif is het conditioneren van het gekleurde vederbosje voor en aan de zijkanten van de kuif in beperkte mate toegestaan, mits de steunveren zoveel mogelijk ongemoeid blijven, zodat de steun aan de kuif niet verloren gaat. Zwartbont Kleur en tekening van haan en hen: Het zwart moet in alle veergroepen (met uitzondering van de kuif) overheersen over het wit. De beste kleurverdeling wordt bereikt, indien er ongeveer tweemaal zoveel zwart als wit in het gevederte voorkomt. In staart- en slagpennen mag het wit naar verhouding wat sterker vertegenwoordigd zijn. Kuif: zuiver wit met klein bosje zwarte veertjes boven de snavelbasis. Snavel: donker hoornkleurig, enig wit aan de punt toegestaan. Loopbenen en tenen: bij voorkeur vleeskleurig met een aantal donkere schubben; leiblauw toegestaan. Ernstige fouten Overwegend wit gevederte; rode of gele veren in enig deel van het gevederte. Fouten Onregelmatige tekeningsbeeld als gevolg van het overheersen van wit of het geheel ontbreken van wit in een of meer veergroepen. Met kuifkleur, gelijk aan die van het gevederte Bij deze variëteit zijn dezelfde kleurslagen erkend als bij met witte kuif. Aan snavel-, loopbeen- en teenkleur worden dezelfde eisen gesteld. Voor de zwarte, blauwe en koekoek gelden witte veren in de kuif als een ernstige fout, enkele witte veertipjes achter in de kuif als een lichte fout. Voor de zwartbonte geldt een overwegend witte kuif als een fout.
Voor de kleurslag Geel witgezoomd geldt: Snavel licht hoornkleurig. Loopbenen en tenen licht leiblauw. Donskleur wit. Noot Bij sommige, meestal jonge dieren in de gezoomde variëteit, komt een omgekeerde kleur-verdeling in de kuif voor. Dit wordt niet als een fout aangerekend. Met zwarte kuif Wit zwartkuif Geheel zwarte kuif. De halsveren gaan iets beneden de kop over in wit. Het overige gevederte is geheel wit. Donskleur: licht blauwgrijs. Snavel: blauwachtig hoornkleurig of licht hoornkleurig, lichtere punt toegestaan. Loopbenen en tenen: leiblauw. Enstige fouten Wit in de kuifveren, zwart in het witte gedeelte van het gevederte, behalve enkele zwartgetipte veertjes in het bovengedeelte van de halsbevedering. Fouten Enkele grijze of witte veertipjes in de kuifveren bij oudere dieren; iets licht gekleurde loopbenen; enkele kleurspatjes in de witte veerpartijen.
|
|||||||||||||
speciaalclub |
|||||||||||||