Naakthalshoenders |
||||||||
Herkomst: Oostenrijk-Hongarije Algemene indruk: De Naakthalshoenders zijn van een flink landhoenachtig type. De naaktheid van de hals, behoudens een toefje veren op de kop, vormen hun voornaamste raskenmerk. Soms komen ze voor met een toefje veren ter weerszijden van de benedenhals. Een variatie met rozenkam is toegestaan. Vormbeschrijving |
||||||||
Romp
Kop
Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen
Ogen Hals
Rug &
Zadel
Borst Vleugels Schouders Staart
Achterlijf Dijen
Loopbenen Tenen Bevedering |
Tamelijk gestrekt, iets walsvormig, enigszins opgericht van voren met iets aflopende lichaamshouding. Vrij klein tot middelgroot, iets langwerpig; gezicht onbevederd en glad; levendig rood. Enkelkammig: recht en rechtop, vrij klein, iets naar voren komend op de snavel; bij voorkeur 5 kampunten en een afgeronde kamhiel, die niet de neklijn volgt; fijn van weefsel; levendig rood. Rozenkammig: van voren vrij breed, naar achteren spits toelopend en eindigend in een horizontale goed ontwikkelde doorn. Het kamoppervlak is voorzien van kleine puntjes. Krachtig, enigszins gebogen aan de punt, kleur naar gelang de kleurslag. Middellang, dun, van onderen fraai gerond; fijn van weefsel; levendig rood. Iets langwerpig, middelgroot, vlak aanliggend tegen de kop; rond en fijn van weefsel; levendig rood. Vrij groot; oranjerood. Middellang, enigszins S-vormig gebogen; geheel onbevederd, behoudens een klein langwerpig veerkapje boven op de kop; levendig rood bij geslachtsrijpe dieren; krop onbevederd en zichtbaar. Middellang, iets langer tonend door het ontbreken van de halsbevedering, breed over de schouders, naar achteren smaller wordend, zonder zadelkussen, iets aflopend naar de staartpartij; zadel vrij breed, zadelbehang goed ontwikkeld. Vol, breed, vrij diep, enigszins naar voren komend. Vrij groot, middellang, goed aangetrokken tegen het lichaam gedragen. Breed. Goed ontwikkeld, achterwaarts gericht tot middelhoog gedragen; staartstuurveren enigszins gespreid; sikkels goed ontwikkeld en gebogen; staartdekveren aansluitend bij het zadelbehang. Breed en vol. Middellang, goed uit elkaar geplaatst; vrij krachtig, ten dele schuilgaand in de buik- en flankbevedering. Middellang, fijn gebouwd en glad geschubd; onbevederd; 4 tenen, middel-lang, kleur naar gelang de kleurslag. Benedenborst goed bevederd, glad aanliggend. |
|||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. Ernstige fouten Te geringe lichaamsgrootte; zwakke bouw; vederbosjes op het naakte halsgedeelte; te korte staart; donkere ogen; te donkere gezichtskleur; veel wit in de oorlellen; gele huidkleur; gele voetzolen; ontbreken van de legbuik bij de hen. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; veel halsveerstoppels; te weinig bevedering in de benedenborst en buik.
Kleurslagen: Zwart: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleurbeschrijving. Snavel: donker leiblauw. Beenkleur: donker leiblauw met zwartachtige schubben; bij overjarige dieren meer egaal leiblauw. Wit: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleurbeschrijving. Snavel, Loopbenen en tenen: vleeskleurig wit. Koekoek: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 104 van de Algemene Kleurbeschrijving. Snavel, Loopbenen en tenen: vleeskleurig wit. Zwart witgepareld: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 95 van de Algemene Kleurbeschrijving. Snavel: donker hoornkleurig. Loopbenen en tenen: vleeskleurig wit met een aantal zwartachtige schubben.
|