Ramelslohers |
|||||||
Herkomst: Sinds 1870 gefokt in de buurt van het Noord-West Duitse dorp Ramelsloh door plaatselijke hoenders, min of meer verwant aan Oost-Friese meeuwen, in te kruisen met Minorca’s, Andalusiërs en Cochins. In 1874 voor het eerst tentoongesteld in Duitsland. Algemene indruk: Een fors en krachtig hoen met een gestrekte, walsvormige lichaamsbouw, middelhoog gesteld; opgerichte houding, vast aangesloten bevedering; levendig van aard. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp
Kop
Kam
Snavel Kinlellen Oorlellen
Ogen Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels Schouders Staart
Achterlijf Dijen
Loopbenen Tenen Bevedering |
Lange, krachtige walsvormige iets aflopende lichaamsvorm met een vol achterlijf. Groot met brede schedel; gezicht donkerrood en rijkelijk bezet met kleine veertjes. Enkel, rechtop staand, middelgroot met 5 tot 7 gelijkmatig doch ondiep inge-sneden kamtanden, lengte van de kamtanden 1/3 van de totale kamhoogte; de kamhiel volgt niet de buiging van de nek; donkerrood; aan weerszijden van de kam een rij kleine borstelachtige veertjes. Stevig, gebogen; licht blauwachtig met lichte punt. Nauwelijks middellang, gerond; donkerrood. Middelgroot; amandelvormig, vlak aanliggend; blauwachtig wit, iets rood aan de randen toegestaan. Groot, bruinzwart; oogranden zwartachtig. Ruim middellang, stevig, licht gebogen doch opgericht gedragen; halsbe-hang goed ontwikkeld, tot op de schouders reikend. Rug breed over de gehele lengte, lang en iets aflopend gedragen; zadel breed met goed ontwikkeld behang. Breed en diep, goed afgerond en iets naar voren gedragen. Middelgroot, goed gesloten en stevig tegen het lichaam gedragen. Breed, goed afgerond. Middelgroot en enigszins gespreid onder een stompe hoek gedragen; staart-stuurveren ongeveer van gelijke lengte; aan de onderzijde iets geopend; sikkels van voldoende breedte, nauwelijks middellang en weinig gebogen. Breed en vol. Krachtig, voldoende uit de lichaamsbevedering tevoorschijn komend; goed uit elkaar en evenwijdig aan elkaar onder het lichaam geplaatst. Loopbenen middellang; vier lange tenen; onbevederd, leiblauw; bij oudere dieren wordt de beenkleur lichter. Glad en vast aanliggend. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen De hen vertoont een vrijwel horizontale lichaamshouding met een rechte rug zonder zadelkus-sen; de staart is in verhouding kort en wordt tot ongeveen ¾ met rijk ontwikkelde staartdekveren bedekt; de kop is aanmerkelijk kleiner met een vlakke schedel; het gezicht mag blauwachtig zijn, terwijl de oorlellen blauwer getint zijn dan bij de haan. Ook de kam mag enigszins blauw getint zijn; iets omvallende kamhiel toegestaan; korte kinlellen. Ernstige fouten Zwakke bouw, smalle romp; vlakke borst; korte rug; sterk aflopende ruglijn, vooral bij de hen; hppg gedragen staart; lichte oogkleur; ontbreken van de blauwe kleur in de snavel; veel te grote kam; dubbelgevouwen kamfront bij de hen. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend, bovendien bij de hen te geringe legbuik en het ontbreken van de zwartachtige oogranden.
Kleurslagen: Buff Kleur van haan en hen Bovengevederte over het geheel van een gelijkmatige gele kleur zonder halstekening. Zwarte staart alsmede grijze aanslag in de slagpennen is toegestaan. Fouten Op columbia gelijkende tekening in de slagpennen; tekening in hals en zadel; ongelijkmatige gele kleur. |
|||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||