Spaanse witwangen Spaniër |
|||||||
Herkomst: Vermoedelijk Spanje. Algemene indruk: Een slank maar toch fors, vrij hoog gesteld hoen, vrij opgericht van houding met duidelijk aflopende rug. Het ras valt op door een geheel wit gezicht. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp Kop
Kam
Snavel Kinlellen
Oorlellen
Ogen Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen Tenen Bevedering |
Gestrekt, diep en vrij breed, ook van achteren. Ruim middellang, breed en diep; gezicht: glad, vol, vrij van rimpels, fijn van weefsel; vrij van haartjes, de witte gezichtshuid flink boven de ogen lopend in een booglijn, reikend van achterkop tot snavelbasis, het gezicht bedek-kend en aansluitend aan de oor- en kinlellen; zuiver wit, glacéachtig. Enkel, middelgroot, recht en rechtop, stevig aan de basis, fijn van weefsel; de kamhiel volgt enigszins de buiging van de nek; de 5 kamtanden moeten diep ingesneden zijn en mogen niet te smal zijn; helderrood. Vrij lang, stevig; zwart of zwartachtig hoornkleurig. Lang, breed en dun, van onderen fraai gerond, fijn van weefsel; levendig helderrood. Groot, vrij van vouwen en rimpels, elkaar aan de voorzijde van de hals rakend, flink naar achteren uitstrekkend aan de zijden van de hals, afhan-gend en naar beneden tot voorbij de onderkant van de kinlellen reikend; fijn van weefsel en zuiver wit. Groot, ovaal; donkerbruin tot bruinzwart. Lang, goed gebogen, opgericht; overvloedig halsbehang, reikend tot op de schouders. Lang, breed, aflopend naar de staart; zadelbehang middellang. Diep, breed, goed gerond. Groot, goed opgetrokken gedragen; grote en kleine slagpennen breed. Breed, deels bedekt door het halsbehang. Goed ontwikkeld, vol bevederd, middelhoog gedragen stuurveren breed, sikkelveren groot, breed en goed gebogen, staartdekveren overvloedig. Matig ontwikkeld; donspartij kort. Goed uit elkaar geplaatst, middellang met glad aanliggend gevederte. Lang, onbevederd; vier tenen; donker leiblauw met zwarte gloed in de schubben bij jonge dieren. Goed aansluitend. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De kam van de hen valt naar een zijde om; zij heeft een goed ontwikkeld achterlijf. Ernstige fouten Rood, roze of blauw in het gezicht; grof of “bloemkoolachtig”weefsel in het gezicht; overhan-gende kam bij de haan; slecht getande kam; grof weefsel van kam en kinlellen; oorlellen van onderen puntig. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; bovendien te hoge staartdracht en gevouwen oorlellen..
Kleurslagen: Zwart Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleur-beschrijving. |
|||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||