Yokohama’s |
|||||||
Herkomst: Japan Algemene indruk: Een sierlijk, levendig hoen, slank, langgerekt van bouw, vrij hoog gesteld met horizontaal naar achteren gedragen, rijk ontwikkelde sierstaart, welke ook bij de hennen met sikkelachtig gebogen staartdekveren is toegerust. Bij de haan hangen niet alleen de sikkels, doch ook de talrijke staartdekveren en het zadelbehang tot de grond toe af. Vormbeschrijving |
|||||||
Romp Kop Kam
Snavel Kinlellen
Oorlellen Ogen Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen Tenen
Bevedering |
Vrij lang, iets afhellend naar de staart. Middelgroot, langgerekt, vlak, niet te bereed; levendig rood. Kussenkam zonder doorn; klein, laag op de kop geplaatst; fijn van weefsel; levendig rood. Middellang, stevig, gebogen; geel. Klein, zodat het onderste gedeelte van de keelwam even zichtbaar wordt; fijn van weefsel; levendig rood. Klein, kort; levendig rood. Levendig; rood. Lang, slank, vooral van boven; halsbehang lang en smal, de schouders ruim bedekkend. Rug lang, iets aflopend naar de staart; zadel voorzien van zeer rijk ontwikkeld afhangend siergevederte. Hooggedragen, gerond. Lang en krachtig, enigszins afhangend, doch goed aangetrokken aan de flanken gedragen; vleugeldekveren rijk ontwikkeld doch vlak aanliggend; grote en kleine slagpennen breed. Afgerond, matig breed. Zo rijk mogelijk bevederd en zo lang mogelijk; ongeveer horizontaal gedra-gen; sikkels zeer lang, smal; schachten van de sikkels voldoende krachtig, zodat deze eerst nog een stuk achterwaarts staan alvorens naar beneden te buigen in een fraaie boog en slechts met het veereinde over de grond slepen staartdekveren zeer lang, smal, tot de grond reikend; sikkels, staartdekveren en zadelbehangveren een fraai aaneensluitend geheel vormend; staartstuur-veren lang en breed, een weinig gebogen. Matig ontwikkeld, evenals de donspartij. Ruim middellang, aangesloten bevederd, slank. Voldoende uit elkaar geplaatst en van voren gezien recht, iets meer dan middellang, fijn van bouw met glad aanliggende schubben, 4 lange tenen; geel. Rijk ontwikkeld, alle veren dienen zo lang mogelijk te zijn; sierveren naar, verhouding, smal; door de geringe donsontwikkeling ligt het gevederte vlak aan. |
||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. Ook bij de hen zijn de staartstuurveren zeer lang, de bovenste sikkelvormig gebogen; de staartdekveren zijn zeer rijk ontwikkeld. De hen vertoont weinig kamontwikkeling. Ernstige fouten Te hoog gedragen staart; onvoldoend ontwikkelde sikkels, staartdekveren, hals- en zadelbe-hang; te korte bouw; slecht gevormde kopversierselen; anders dan gele benen. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Kleurslagen: Wit roodgetekend Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 97 van de Algemene Kleur-beschrijving. Wit Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleur-beschrijving, met dien verstande, dat wit, zwemende naar melkwit eveneens is toegestaan. |
|||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||