100. |
Blauw (ongezoomd) |
|
c 01-17 |
||
Kleur van haan en hen Bovengevederte, dons en schachten effen eenkleurig, helder, grijsachtig blauw; iedere veer kan een smalle, iets donkerder veerrand vertonen. ü Ernstige fouten Geheel anders gekleurde veren; onegale kleur, roest, of grote zwartachtige vlekken, duidelijk waarneembare omzoming; te donkere sierveren. o Fouten Gedeeltelijk miskleurige veren; te lichte veerkleur. |
||