|
7. |
Bruinpatrijs |
|
|
c 01-17 |
||
|
· Kleur en tekening van de haan Kop: donkeroranje. Hals: halsbehang donkeroranje, iedere veer voorzien van een groenglanzende, zwarte schachtstreep, bijna evenwijdig lopende aan de veerrand; de schachtstreep eindigt dicht bij het einde van de veer in een punt; nerf zwart; veren aan de voorzijde van de hals zwart. Schouders: glanzend roestrood. Rug: roestrood. Zadel: zadelbehang donkeroranje, elke veer voorzien van een groenglanzende zwarte schachtstreep. Staart: stuurveren zwart; sikkels en bijsikkels groenglanzend zwart; staartdekveren groenglanzend zwart met een bruine omzoming. Vleugels: boeg zwart; vleugelband groenglanzend zwart. Grote slagpennen: zwart met een smalle bruine zoom aan de buitenvaan. Kleine slagpennen: binnenvaan zwart, buitenvaan bruin, zodat bij gesloten vleugel een bruine vleugeldriehoek gevormd wordt. Borst: groenglanzend zwart. Buik en achterlijf: zwart. Dijen: zwart. Donskleur van alle veergroepen: grijsachtig. · Kleur en tekening van de hen Kop: donkeroranje. Hals: diep goudgeel, iedere veer voorzien van een brede groenglanzende zwarte schachtstreep, evenwijdig lopende aan de veerrand en eindigende in een punt dicht bij het einde van de veer. Voorzijde van de hals roestbruin. Schouders: gelijkmatig hazelnootbruin met een fijne, gelijkmatige zwarte pepering, zonder lichte veerrand en met zo weinig mogelijk lichte nerven. Rug en zadel: gelijk aan de schouders. Staart: stuurveren zwart, met uitzondering van de bovenste die, evenals de staartdekveren, gekleurd en getekend zijn als de rug. Vleugels : boeg , vleugel band- en vleugeldekveren gelijk aan de schouders. Grote slagpennen: zwartbruin met iets lichtere buitenvaan. Kleine slagpennen: buitenvaan gelijk aan de schouders, binnenvaan zwartbruin. Borst: egaal warm zalmkleurig bruin, naar de dijen overgaand in askleurig bruin. Buik, achterlijf en dijen: askleurig bruin. Donskleur van alle veergroepen: grijsachtig. ü Ernstige fouten bij de haan Strokleurig of bruinachtig halsbehang; grijze of gepeperde schachtstreeptekening; lichte of ongelijkmatige kleur van schouders, vleugels, rug of zadel; wit in staart, slagpennen of dons; onvoldoende, of het ontbreken van groene glans in de zwarte sierveren. ü Ernstige fouten bij de hen Grondkleur te licht of grijsachtig; grove of onregelmatige pepering; lichte nerven op schouder-, rug-, zadel- en borstveren; te bleke of grauwe borstkleur; lichte zoming van schouder-, rug- en zadelveren. o Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; bovendien bij de haan onvolledig gekleurde vleugeldriehoek. |
||