82.

Goud zwartgeloverd

c 01-17

overzicht kleurslagen

·       Kleur en tekening van de haan

Kop: diep goudbruin.

Hals, rug en zadel: diep goudbruin, iedere veer eindigende in een langgerekte of dolkvormige groenglanzende zwarte lover. De lover in grootte naar verhouding tot die van de veer. Veren aan de voorzijde van de hals overeenkomstig die van de borst.

Staart: stuurveren diepzwart; sikkels en staartdekveren groenglanzend zwart; kleine staartdekveren diep goudbruin met langwerpige lover.

Vleugels: schouders diep goudbruin, iedere veer eindigende in een iets langwerpige, scherp gepunte, groenglanzende zwarte lover. Vleugelband diep goudbruin, iedere veer eindigende in een grote, bijna ronde, groenglanzende zwarte lover, waardoor twee duidelijke banden dwars over de vleugel worden gevormd;

grote slagpennen: binnenvaan zwart, buitenvaan goudbruin;

kleine slagpennen goudbruin, iedere veer eindigende in een grote, bijna ronde groenglanzende zwarte lover.

Borst en buik: diep goudbruin, iedere veer eindigende in een grote, bijna ronde, groenglanzende zwarte lover.

Dijen: overeenkomstig de buik, maar onderaan is de dijbevedering overheersend zwart.

Achterlijf: donker blauwgrijs met bruine aanslag.

Donskleur: blauwgrijs

·       Kleur en tekening van de hen

Kop: warm goudbruin, zwart getekend.

Hals: warm goudbruin, iedere veer aan het einde voorzien van een langgerekte groenglanzend zwarte lover; veren aan de voorzijde van de hals gelijk aan de borstveren

Rug: warm goudbruin, iedere veer eindigende in een bijna ronde, grote, groenglanzend zwarte lover. De lover in grootte naar verhouding tot de veer.

Staart: stuurveren diep groenzwart, staartdekveren warm goudbruin, iedere veer eindigende in een grote groenglanzend zwarte lover, welke niet te langgerekt dient te zijn.

Vleugels: vleugeldekveren warm goudbruin, iedere veer eindigende in een grote, bijna ronde, groenglanzend zwarte lover, waardoor twee duidelijke banden dwars over de vleugel worden gevormd;

grote slagpennen: binnenvaan zwart, buitenvaan goudbruin;

kleine slagpennen: warm goudbruin, iedere veer eindigende in een groenglanzend zwarte vlek. Naarmate deze veren de rug naderen, wordt de vorm van de lover iets meer halvemaanvormig.

Borst en buik: warm goudbruin, iedere veer eindigende in een bijna ronde, grote, groenglanzend zwarte lover. De lover in grootte naar verhouding tot de veer.

Dijen: overeenkomstig de buik, doch de dijbevedering onderaan overheersend zwart. Achterlijf: donker blauwgrijs met zwarte aanslag.

Dons: blauwgrijs.

ü  Ernstige fouten bij haan en hen

Te lichte of te donkere grondkleur; te zware of te kleine of hoefijzervormige tekening. Ontbreken of nagenoeg ontbreken van de lovertekening in hals- en zadelbehang bij de haan en ontbreken van duidelijke banden over de vleugels bij de hen .

o   Fouten bij haan en hen

Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig.