Californian

 

c 02-21

 

 

Ras Informatie

Oorsprong: Amerika, ontstaan uit Chinchilla’s, Russen en Witte Nieuw-Zeelanders.
Gewicht: 3 tot 5 kilo
Kleuren: Zuiver wit met op de poten, snuit, oren en staart de werkelijke kleur. Dit kan zwart, blauw, chocoladekleur of lila zijn. De ogen zijn rood.
Karakter: Vriendelijk en betrouwbaar, opvallend rustig.  Niet zo in trek als huisdier, de kleinere variant, de rus, is hier meer voor in trek.
Bijzonderheden: Geen
Een Californian als huisdier: Rustige, gemoedelijke konijnen. Kalm en aanhankelijk. Ze kunnen wel actief zijn, maar zijn vaak gewoon lekker relaxed.

speciaalclub

Overzicht konijnenrassen

Fokkers Frisia

       

 

 

14. CALIFORNIAN

Genetische symbolen:

aBchDE

anBCDg

 (Int.)

(Duits)

aBchDE

anBCDg

Pos.

Onderdeel

Punten

1.

Gewicht

10 punten

2.

Type, bouw en stelling

20 punten

3.

Pels en pelsconditie

20 punten

4.

Kleurpatroon/uitmonstering

15 punten

5.

Kleur

15 punten

6.

Witte kleur lichaam

15 punten

7.

Lichaamsconditie en verzorging

5 punten

 

TOTAAL

100 punten

c: 02-21 

 

De land van oorsprong is Verenigde Staten van Amerika. Is in Nederland erkend in 1966

 

1. Gewicht : Het gewicht is 3,00 tot 5,00 kg.

Puntenschaal voor het gewicht:

 

Gew. (kg)

3,00 – 3,50

3,50 – 4,00

4,00 – 5,00

Punten

8

9

10

 

2. Type, bouw

Het is een vleesras met een matig gestrekt type (typegroep B). De bouw is breed in achterhand en naar alle zijden fraai afgerond. De dijen zijn goed gevuld. De rug is breed met een sterk gewelfde ribbenpartij. De borst is breed en diep. Het gehele lichaam moet goed bevleesd zijn. De voorbenen zijn middelzwaar en relatief kort. Het ras is laag gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. De kop is krachtig ontwikkeld met brede snuit. De kaken en wangen zijn sterk ontwikkeld. De oren zijn vlezig van structuur met lepelvormig afgeronde oortoppen, zijn goed behaard en worden V-vormig gedragen. De oorlengte is 10 – 14 cm, ideaal is 11 - 13 cm. Het geheel in harmonie met het lichaam.

Bij vrouwelijke dieren is een kleine enkelvoudige wam toegestaan.

 

3. Pels en pelsconditie

De pels is van normale lengte, zeer dicht ingeplant, rijk aan onderhaar en glanzend. De dek- en grannenharenzijn stevig van structuur.

Pelsconditie: zie het algemeen gedeelte.

 

4. Kleurpatroon/uitmonstering

De uitmonstering komt veel overeen met die van het ras Rus. De kopuitmonstering omvat masker en oren. Het masker behoeft de onderkaak niet te omvatten. Het masker is aan de bovenzijde rond van vorm en loopt in een gebogen lijn naar de mondhoeken. De oren zijn gekleurd. De voorbenen zijn circa drievierde gedeelte gebleurd. De achterbenen zijn gekleurd, zo mogelijk tot over de hiel. De staart is grotendeels gekleurd. Een strakke begrenzing van de gekleurde delen is ideaal, doch wordt vereist.

 

5. Kleur

Erkend in de kleur zwart. De snuit, oren, benen en staart zijn zoveel mogelijk zwart gekleurd. Hoe intenser de kleur op de extremiteiten hoe beter. De kleur van de ogen is rood. De nagels zijn donkerhoornkleurig. De kleur van de snorharen is gelijk aan de kleur van het lichaamsdeel waarin ze staan.

Dieren met iets aanslag of schaduw om de anus tonen veelal de beste kleur op de extremiteiten en daarom is deze aanslag toegestaan.

 

6. Witte kleur lichaam

Uitgezonderd de hiervoor genoemde gekleurde delen, moet de kleur helder wit zijn.

 

7. Lichaamsconditie en verzorging : Zie algemene gedeelte.

 

Lichte fouten

Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets weinig onderhaar. Iets zachte dek- en grannenharen. Iets onregelmatig gevormd masker. Iets afwijkende of gemêleerde kleur op extremiteiten. Zwak begrensde uitmonstering. Iets gele tint in de dekkleur. Iets gele aanslag. Iets lichte nagelkleur. Enkele witte snorharen in masker. Iets pigmentaanslag aan de keel of op de wam.

Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.

 

Zware fouten

Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Smalle kop met spitse snuit. Te weinig onderhaar. Te weinig grannenharen, waardoor de pels te zacht is. Geheel ontbreken van een uitmonsteringbeeld. Minder dan de helft van de achtervoeten gekleurd. Witte vlek in gekleurde uitmonstering. Te sterk afwijkende kleur op de uitmonsteringbeelden. Gekleurde vlek(ken) op de lichaamsdelen die wit behoren te zijn. Te veel gele aanslag. Kleurloze nagel(s). Te veel witte snorharen in masker.

Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte.

 

speciaalclub

Overzicht konijnenrassen