7. Engelse Hangoor
|
|||
c 02-21 |
|||
Ras Informatie
Oorsprong: Engeland, zeer oud konijnenras, al in de 18e eeuw meldingen van konijnen
met zeer lange oren. Met deze konijnen is gefokt en daaruit is dit ras ontstaan. |
|||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||
7. Engelse Hangoor |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
c 02-21 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het land van oorsprong is Engeland. Is in Nederland erkend in 1907
1. Gewicht : Het gewicht is 4,00 tot 5,50 kg. Puntenschaal voor het gewicht:
2. Type, bouw en stelling Het type is specifiek (typegroep E, matig gestrekt en stevig gebouwd zonder grof te zijn. De goed gevulde schouderpartij is in verhouding tot de achterhand iets lager gesteld doordat de voorbenen relatief kort zijn en de kop met de zeer grote oorschelpen laag gedragen wordt. De achterbenen zijn lang en krachtig. Vanaf de schouders loopt de ruglijn iets omhoog naar de kort afgeronde achterhand. Het ras heeft een lage stelling.. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. Bij vrouwelijke dieren is een kleine enkelvoudige wam toegestaan.
3. Pels en pelsconditie De pels is iets korter dan normaal dicht ingeplant en heeft een normale hoeveelheid onderhaar. Pelsconditie: zie het algemeen gedeelte. 4. Kopvorm. Structuur en vorm oren. De kop is vrij lang met een breed voorhoofd, brede snuit en goed ontwikkelde wangen. Bij rammen is het neusbeen gebogen. De oren hangen aan beide zijden van de kop nauwsluitend af met de schaalopening naar voren gericht. Ze zijn aan de basis krachtig, stevig en smal en worden vanaf hier steeds breder om ongeveer in het midden van de oorschelp de grootste breedte te bereiken. De oren eindigen in een stompe afronding. De oren zijn stevig van weefsel en vrij van knobbels en beschadigingen. Bij de ram is een kinknobbel (knoop) toegestaan. Hieronder wordt verstaan een aanhangsel onder de kin, niet aan de keel, zo klein mogelijk en goed gevormd. De kronen op de kop, ontstaan door ombuiging van de oren, zijn weinig ontwikkeld.
Voor het meten van de lengte van de oren worden deze op een meetlat gelegd. De oren worden gemeten van oortop tot oortop, met inbegrip ven de schedelbreedte. De breedte van de oren wordt in het midden van de oorschelp en op de grootste breedte gemeten. De lengte van de oren is 55 – 65 cm. De breedte van de oren is minimaal 12 cm en er geldt geen maximum. Puntenschaal voor de oorlengte:
Puntenschaal voor de oorbreedte
6. Kleur / manteltekening De Engelse Hangoor is erkend in de kleuren konijngrijs, ijzergrauw, blauwgrijs, zwart, fawn, madagascar, wit met rode oogkleur en bont. Bont is erkend in bovenstaande kleuren, uitgezonderd wit.
Bont Bij bont is sprake van mantel- en koptekening. Bij de manteltekening zijn de rug en de zijden zoveel mogelijk gekleurd. In de nek is iets witte aftekening aanwezig, welke niet verder mag reiken dan de schouderbladen. De kop is overwegend gekleurd. De snuit is geheel gekleurd. Op het voorhoofd zit een witte vlek (kol). Tussen snuit en wangen zit biets witte aftekening, welke doorloopt naar de onderzijde van de kop. De borst is bij voorkeur wit gekleurd. De voorzijde van de voorbenen is eveneens wit. De achterbenen, buik en onderzijde staart zijn overwegend of geheel wit gekleurd. De bovenzijde van de staart is gekleurd. De bonttekening dient zoveel mogelijk symmetrisch te zijn. De nagels zijn bij bont kleurloos. Voor de beschrijving van de kleuren zie het algemene gedeelte.
7. Lichaamsconditie en verzorging : Zie algemene gedeelte.
Lichte fouten Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets broekvorming. Iets dun oorweefsel. Iets beschadigde oren. Bont: Weinig symmetrie in tekening. Iets wit op snuit. Enkele witte vlekjes, die minder dan 5 cm verwijderd zijn van de oorbasis, op de oren. Gekleurde vlek op de borst. Kop iets donker of iets licht gekleurd. Enkele afwijkend gekleurde haren in de gekleurde velden. Iets witte kleur op achterhand boven opgeslagen staart. Kleur van mantel doorlopend in nek. Tamelijk veel kleur aan buik. Gekleurde nagel(s) achterbenen. Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.
Zware fouten Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Te grote wam bij vrouwelijke dieren. Te veel broekvorming. Kinknobbel bij de ram foutief geplaatst. Misvormde oren. Te slap oorweefsel. Zwaar beschadigde oren. Bont: Grote afwijking van het gewenste tekeningbeeld. Bv. Geheel of vrijwel geheel witte kop of snuit. Vlek of witte velden, die verder dan 5 cm van de oorbasis verwijderd zijn, op de oren. Te donker gekleurde kop. Te veel afwijkend gekleurde haren in gekleurde velden. Meer dan één gekleurde vlek op borst. Te veel wit in mantel. Elleboogvlek welke in frontaanzicht verder doorloopt dan de helft van de beendikte. Gekleurde nagel(s) voorbenen. Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overzicht konijnenrassen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||