3. De Franse Hangoor |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Puntenschaal groep 6 : hangoren
c 02-21 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het land van oorsprong is Frankrijk; Is in Nederland erkend in 1907
1. gewicht : het gewicht is 5,00 tot 8,00 kg. Puntenschaal voor het gewicht:
2. type, bouw en stelling De franse hangoor is een typeras bij uitnemendheid. Het type is gedrongen en massief ( type groep c). De bouw is stevig. Breed in de schouders en achterhand. De borst is diep. De nek is kort en krachtig. De ruglijnloopt vanuit de nek iets omhoog naar de achterhand. De afronding van de brede achterhand verloopt in een korte ronding. Deze afronding mag beslist geen scherpe hoek vormen. De benen zijn dik, kort en gespierd. Het ras heeft een lage stelling. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. Bij vrouwelijke dieren is een kleine enkelvoudige wam toegestaan.
3. Pels en pelsconditie. De pels is iets langer dan normaal en heeft een lengte van ongeveer 3,5 - 4,0 cm, is dicht ingeplant, rijk aan onderhaar, zacht en glanzend. Pelsconditie:
4. kopvorm. De kopvorm is sterk ontwikkeld, met breed voorhoofd, breed tussen de ogen, sterk ontwikkelde kaken en wangen en brede snuitpartij. Het neusbeen is sterk gebogen. Bij de ram is een kinknobbel ( knoop) toegestaan. Hieronder wordt verstaan een aanhangsel onder de kin, niet aan de keel, zo klein mogelijk en goed gevormd.
5. oren: structuur dracht en lengte De oren zijn dik, breed, stevig van structuur en aan de top lepelvormig afgerond. De oren hangen met de schaalopening naar de kopzijde gekeerd en vanuit de zijkant gezien, loodrecht naar beneden. Van voren gezien worden ze hoefijzervormig gedragen. De lengte van de oren gemeten van punt tot punt met inbegrip van schedel breedte, is 38 tot 45 cm. Door de ombuiging van de oren aan de basis ontstaat op de kop 2 zichtbare verhogingen, kronen genoemd. Hoe zwaarder en steviger de oorstructuur, hoe beter deze kronen uitkomen.
Puntenschaal voor de oorlengte:
6. Kleur en manteltekening. De franse hangoor is erend in de kleuren: Konijngrijs, ijzergrauw, blauwgrijs, blauwgrauw, zwart, blauw, chinchilla, madagascar, isabella, wit met rode ogen, wit met blauwe ogen en bont. Bont is erkend in bovenstaande kleuren uitgezonderd wit. Bont Bij bont is sprake van mantel- en koptekening. Bij de manteltekening zijn de rug en de zijde zoveel mogelijk gekleurd. In de nek is iets witte aftekening aanwezig, welke niet verder mag reiken dan de schouderbladen. De kop is overwegend gekleurd. De snuit is geheel gekleurd. Op het voorhoofd zit een witte vlek ( kol). Tussen snuit en wangen zit iets witte aftekening, welke doorloopt tot de onderzijde van de kop. De borst is bij voorkeur wit gekleurd. De voorzijde van de voorbenen is eveneens wit. De achterbenen, buik en onderzijde van de staart zijn overwegend of geheel wit gekleurd. De bovenzijde van de staart is gekleurd. De bonttekening dient zo veel mogelijk symmetrisch te zijn. De nagels zijn bij bont kleurloos.
7. Lichaamsconditie en verzorging Zie het algemene gedeelte
Lichte fouten. Geringe afwijking in type, Geringe afwijking in bouw. Iets broekvorming. Iets diep liggende ogen.Iets weinig onderhaar. Iets minder sterk gebogen neusbeen. Iets minder sterk ontwikkelde kop. Oren die niet loodrecht hangen of waarvan de schaalopening niet volledig naar de kop is gekeerd. Geringe vouwen of plooien in de oren. Iets platte oorschelpen. Geringe afwijking in de hoefijzervormige oordracht. Iets dun oorweefsel. Geringe karteling in de oorranden. Iets beschadigde oren. Iets weinig ontwikkelde kronen. Bont: Weinig symmetrie in tekening. Iets wit op snuit. Enkele witte vlekjes, die minder dan 4 cm verwijder zijn van de oorbasis, op de oren. Gekleurde vlekken op de borst. Kop iets donker of iets licht gekleurd. Enkele afwijkende haren in de gekleurde velden. Iets witte kleur op achterhand onder opgeslagen staart. Geheel gekleurde nek. Tamelijk veel kleur aan buik. Gekleurde nagel(s) achterbenen .
Zware fouten Grote afwijkingen in type. Grote afwijkingen in bouw. Te grote wam bij vrouwelijke dieren. Te veel broekvorming. Te diep liggende ogen. Te weinig onderhaar. Smalle kop. Kinknobbel bij ram foutief geplaatst. Misvormde oren. Zwaar beschadigde oren. Horizontaal of bijna horizontaal dragen van de oren. Oren met de schaalopening naar voren gericht. Ontbreken van kronen. Bont: Grote afwijkingen van het gewenste tekeningbeeld, bijvoorbeeld geheel of vrijwel geheel witte kop of snuit. Vlekken of witte velden, die verder dan 4 cm van de oorbasis verwijderd zijn, op de oren. Een donker gekleurde kop. Te veel afwijkend gekleurde haren in gekleurde velden. Meer dan een gekleurde vlek op borst. Te veel wit in mantel. Elleboogvlek welke frontaangezicht verder doorloopt dan de helft van de beendikte. Gekleurde nagel( s) voorbenen.
Mignon:
Dek- en buikkleur De dekkleur wordt gevormd door een gele kleur, die overtrokken is met een blauwe ticking. Deze ticking dient mooi egaal te zijn. De dekkleur strekt zich uit over de kop, oren borst, benen en bovenzijde staart. Borst en benen vertonen wat minder ticking. De oorranden, kaakranden, oogranden en neusbelijning zijn roomkleurig. De nagelkleur is hoornachtig. De oogkleur is blauwgrijs, de snorharen zijn blauwachtig. Buikkleur, achterzijde voorbenen, binnenzijde achterbenen en onderzijde staart zijn wit. Tussenkleur De tussenkleur is geel. Grondkleur De grondkleur is wit tot roomachtig. De grondkleur op de buik is wit. Lichte fouten Ongelijke dekkleur. Iets donkere dekkleur. Iets rode dekkleur, het ontbreken van blauwe ticking op borst en benen. Lichte kleur in buikkleur. Anders gekleurde snorharen. Niet geheel zuivere grondkleur. Zware fouten Te donkere dekkleur. Gekleurde buik. Kleurloze nagels. Foutieve tussenkleur. Foutieve grondkleur. Het ontbreken van de blauwe ticking in de dekkleur anders dan op borst en benen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overzicht konijnenrassen |
Fokkers Frisia |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||