Standaard Dwergrex konijn. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c 07-17 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rexdwerg Het land van oorsprong is Duitsland. Is in Nederland erkend in 2003.
Positie 1, 2, 3, 4 en 7 Zie Rexdwerg kleur.
5. Tekening Dalmatinertekening Lichaamstekening: Als ideaalbeeld geldt een regelmatige verdeling van de kleurvlekken over het gehele lichaam. De vlekken hebben de grootte (diameter) van ongeveer 1 tot 2 cm, en zijn bij voorkeur rond van vorm. Er moet gestreefd worden om ook de aalstreep op te lossen in vlekken. Een witte vlek in een gekleurde vlek is toegestaan. Kop- en oortekening: De oorspronkelijke vlinder dient zoveel mogelijk opgelost te worden in twee vlekken aan weerszijden van de snuit. Verder dient de koptekening zoveel mogelijk opgelost te zijn in losse vlekken. Bij de oortekening is het streven naar bonte oren met een verdeling van 50% wit en 50% kleur met scherpe begrenzing.
6. Kleur Erkend in dalmatinertekening in de kleur zwart. Dalmatinertekening: De kleur is wit, waarop de hierboven beschreven gekleurde tekening duidelijk uitkomt. De kleur van de tekeningbeelden is zwart en zo intens mogelijk. De tekeningbeelden zijn vrij van witte haren. Een witte vlek in een gekleurde vlek is toegestaan. De oogkleur is donkerbruin. De nagels mogen zowel kleurloos als gekleurd zijn. De snorharen hebben de kleur van het tekeningbeeld waarin zij staan. Zie voor de verdere kleurbeschrijving het algemene gedeelte.
Lichte fouten Iets samenhangende tekening op lichaam. Iets weinig tekening op lichaam. Geheel gekleurde oren. Geheel gekleurde vlindertekening. Geheel witte snuit. Enkele witte haren in tekeningbeelden. Zie verder lichte fouten Rexdwerg kleur.
Zware fouten Te samenhangende tekening. Minder dan drie vlekken op één zijde. Te sterk afwijkende kleur. Zie verder zware fouten Rexdwerg kleur.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Puntenschaal Groep 7. Bijzondere Haarstructuur Rexdwerg, kleur
|
Puntenschaal Groep 7. Bijzondere Haarstructuur Rexdwerg, kleurpatroon/uitmonstering
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het land van oorsprong is Duitsland. Is in Nederland erkend in 2006. Genetische symbolen voor castor (met konijngrijsfactor):
1. Gewicht Het gewicht is 1000 tot 1600 g. Puntenschaal voor het gewicht:
2. Type, bouw en stelling Het lichaam is gedrongen (typegroep C) met goede brede schouders en achterhand. Door de kortere pels komen de contouren sterker tot uiting. De benen zijn recht, stevig en niet lang met korte, gesloten voorvoeten. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. In verhouding tot de grootte van het dier is de kop groot. De kop is krachtig ontwikkeld met breed voorhoofd, brede snuit en goed ontwikkelde kaken en wangen. De oorlengte is 5 - 7 cm, ideaal is 6 cm. De oren worden V-vormig tot nauwsluitend gedragen, zijn goed afgerond zonder vouwen of plooien en goed behaard. Het geheel in harmonie met het lichaam. Het kleine staartje wordt nauwsluitend tegen het midden van de achterhand gedragen. Het lichaam van de voedster onderscheidt zich nauwelijks van die van de ram.
3. Pels: structuur en conditie De zeer fijne rechte dek- en grannenharen zijn sterk verkort en van een fijne structuur. Ze zijn elastisch en even lang als het onderhaar. Dit geeft een beeld alsof het dier geschoren is. Door de bijzondere dichtheid van het onderhaar slaan de dek- en grannenharen bij het terugstrijken niet direct in hun oorspronkelijke stand terug, maar blijven hierdoor vrijwel in verticale houding staan. De pels voelt fluweelachtig aan en is volkomen gelijkmatig. Enkele gegolfde of gekrulde haren in de nek en rond de geslachtsdelen zijn rasgebonden en niet te vermijden. De snorharen zij meestal gekruld. Echter hoe gladder de nekbeharing, des te beter de haarstructuur op de overige lichaamsdelen. Pelsconditie: zie het algemene gedeelte.
4. Pels: dichtheid en lengte De pelswaarde van de kortharige rassen wordt op gelijke wijze beoordeeld als die van de normaalhaarrassen, vanzelfsprekend met in achtneming van de bijzondere raseigenschappen. Het haar staat bijna loodrecht op de huid. De pels is mede dankzij het zeer rijke onderhaar zeer dicht en volkomen gelijkmatig en voelt hierdoor fluweelachtig aan. Niet echter de haarlengte maar de zeer dichte inplanting en het zeer rijke onderhaar geven de doorslag bij de waardebepaling. De pels heeft een lengte van ongeveer 16 mm.
5a. Dek en buikkleur De Rexdwerg is erkend in castor (met konijngrijsfactor), zwart en blauw. Zie voor de beschrijving de Rex kleur en het algemene gedeelte.
6. Tussen- en grondkleur Zie de Rex kleur en het algemene gedeelte.
7. Lichaamsconditie en verzorging Zie het algemene gedeelte.
Lichte fouten Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Enkele boven het dek uitstekende grannenharen. Iets gegolfde pels. Iets krul in nek. Iets harde pels. Iets dun behaarde nek. Iets dun behaarde voetzolen. Iets kale tenen. Iets weinig snorharen. Iets weinig onderhaar. Bij castor: Iets donkere dekkleur. Iets lichte nuancering op voorbenen. Iets afwijkende buikkleur. Iets lichte oogkleur. Iets lichte nagelkleur. Enkele witte snorharen, uitgezonderd de snorharen in de kaakrand. Iets smalle tussenkleur. Iets lichte grondkleur dek. Zwakke grondkleur buik. Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.
Zware fouten Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Het sterk doorzet zijn van meer dan 1 mm boven het dek uitstekende grannenharen, waardoor de zachte en fluweelachtige pels niet tot uitdrukking komt. Te harde pels. Sterk gegolfde pels. Te veel krulvorming. Te ongelijke pels. Kale nek of kale plek op de voetzolen welke niet door het omliggende haar wordt bedekt. Kale tenen. Ontbreken van snorharen. Te weinig onderhaar Bij castor: Geheel zwarte dekkleur. Witte strepen op de voorbenen. Te sterk afwijkende buikkleur. Te lichte oogkleur. Te lichte nagelkleur. Te veel witte snorharen, uitgezonderd de snorharen in de kaakrand. Te zwakke tussenkleur dek. Geheel ontbreken van blauwe grondkleur aan buik. Te zwakke grondkleur dek. Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte.
Positie 1, 2, 3, 4 en 7 zie Rexdwerg kleur.
5. Kleurpatroon/uitmonstering. Dek- en buikkleur. Erkend in donker sepia marter en midden sepia marter. Zie verder het ras Marter.
6. Tussen- en grondkleur. Zie het ras Marter.
Lichte fouten Zie Rexdwerg kleur en het ras Marter.
Zware fouten Zie Rexdwerg kleur en het ras Marter. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||