Anatolische Ringslager |
||||
c 03-17 |
TR 1104 |
|||
Land van oorsprong: Turkije Algemeen voorkomen: Middelgroot; veldduiventype, middelhoge stand, bijna horizontale houding; gekapt. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen
Oogranden Snavel Neusdoppen Hals Borst Rug Vleugels
Staart Benen Bevedering |
Middelgroot; veldduiventype. Middelhoge stand, bijna horizontale houding. Langwerpig; goed gerond voorhoofd; iets boven de schedel uitstekende schelp-kap, begrensd door rozetten. Donker bij wit, parelkleurig in verschillende schakeringen bij gekleurde; weinig rode bloedadertjes zijn toegestaan. Onopvallend, kleur conform de kleur van de bevedering. Middellang, slank; blank bij wit, zwart bij zwart, lichthoornkleurig bij bruinbrons. Weinig ontwikkeld. Middellang, aan de basis dik. Goed gevuld en gerond. Niet te smal in de schouders, afhellend. Niet tot het staarteinde reikend; vleugeldracht normaal. Licht afgesleten slagpennen zijn toegestaan. Middellang, enigszins open gedragen zonder gapingen; staartdracht normaal. Middellang. Strak aanliggend; soepele brede veren. |
|||
Kleurslagen: Ø Wit, zwart, bruinbrons, blauw-ember en blauwzilver-ember. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Bruinbrons: op bruine grondkleur een meer of minder zwart-bronzige gloed en enigszins zichtbare staartband. Bij blauw-ember is het blauw donkerder dan normaal duivenblauw, min of meer rossige slagpennen en min of meer rossige banden. Blauwzilver-ember met sterke geel- of goudkleuren in de bevedering. N.b. Ember (E) betekent gloeiend, als van gloeiende kolen. |
||||
Fouten: Klein, slap; sterk afhellende stand; vlak voorhoofd; onregelmatige kap, ontbrekende rozet(ten); zwarte snavel bij bruinbrons; niet correct afgedekte rug; losse bevedering; slechte kleur. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop en kap ü Bevedering ü Kleur ü Ogen en oogranden Ringmaat: 7 mm. |
||||
speciaalclub |
||||