Berlijnse Vedervoetige Tuimelaar |
||||
c 03-17 |
D 806 |
|||
Land van oorsprong: Duitsland, Berlijn. Algemeen voorkomen: Forse duif met hoge stand, horizontale houding en goed ontwikkelde voetbevedering. Met de huidige verschillen tussen de verschillende kleurslagen betreffende stand, houding en kop moet rekening worden gehouden. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden
Snavel
Neusdoppen Keel Hals Borst Rug Vleugels Staart Benen
Bevedering |
Forse hooggestelde duif. Hoge stand, horizontale houding. De schedel langwerpig gewelfd met het voorhoofd een lichte booglijn vormend en overgaand in de geronde, steil aflopende achterkop. De voorkop van boven gezien wigvormig. Parelkleurig. Smal, naar gelang de veerkleur licht tot donker; bij rood witstaart, rood en bij gele rossig tot licht toegestaan; bij rood geëksterd en rood witpenwitstaart worden rode oogranden nagestreefd. Bij zwart geëksterd en zwart witpenwitstaart lichte oogranden. Middellang; licht; bij zwart witstaart, alle blauwe kleuren en koperkleurige donker, bij zwart geëksterd en –witpenwitstaart is een snavelstip toegestaan. Fijn. Goed uitgesneden. Lang en slank. Matig breed, weinig naar voren gedragen, licht gerond. Wigvormig uitlopend, bijna horizontaal. Middellang, vleugeldracht normaal. Lang, staartdracht normaal. Lang, voetbevedering goed ontwikkeld, gerond en gesloten met goed ontwikkelde gierhakken. Goed ontwikkeld, aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart-, rood-, geel-, lichtblauw-, vetblauw-, zilver-, blauwzilver-, parelkleurig-, kakizilver-geëksterd; Ø Lichtblauw donkergeband-, vetblauw zwartgeband-, zilver geband-, parelkleurig geband- en kakizilver geband witpen; Ø Zwart-, rood-, geel-, lichtblauw donkergeband-, vetblauw zwartgeband-, blauwschimmel-, kakizilver geband-, kakizilver schimmel-, blauwzilver-, blauwzilverschimmel- en koperkleurig witstaart; Ø Zwart-, rood-, geel-, blauw zwartgeband-, blauw schimmel-, kakizilver geband-, kakizilver schimmel-, blauwzilver donkergeband-, blauwzilver schimmel- en koperkleurig witpenwitstaart. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. De blauwe gelijkmatige licht respectievelijk donker blauw. Zilver, kakizilver en blauwzilver gelijkmatig gekleurd zonder donkere schaduw op de borst. Geëksterd: gekleurde kop en rug bij zwart, rood en geel. Bij de andere kleuren is de onderrug wit. Bij zwart, rood en geel geen witte vlek op de voorhals. Bij de andere kleurslagen is dat toegestaan. Witpen: 7 – 10 aaneengesloten buitenste slagpennen en de voetbevedering wit. Witstaart: staart met onder- en bovenstaartdek wit, de overige bevedering gekleurd. Witpenwitstaart: 7 – 10 aaneengesloten buitenste slagpennen, de staart met boven- en onderstaartdek en de voetbevedering wit, de overige bevedering gekleurd. |
||||
Fouten: Te lage stand, sterk afhellende houding, grove kop, zeer duidelijk afzettend voorhoofd; keelwam; erg open of gebrekkige voetbevedering; veel rood in de iris; grove oogranden; lichte oogranden bij rood witstaart; hangvleugels; sterk afwijkende snavelkleur; gebrekkige kleur; ernstige tekeningfouten. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Lichaamsvorm ü Voetbevedering ü Kop en snavel en oogkleur ü Kleur en tekening Ringmaat: 11 mm. |
||||
speciaalclub |
||||