Bremer Tuimelaar

c 06-19

SBI: D / 814

Land van oorsprong: Duitsland, Bremen

Algemeen voorkomen: Fors, gestrekt lichaam met horizontale onderlijn, lage stand, krachtig vliegtype.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Ogen

 

Oogranden

Snavel

 

 

Neusdoppen

Hals

 

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

Bevedering

Krachtig vliegtype.

Laag

Naar verhouding groot, breed; hoog, gewelfd voorhoofd; goed afgerond achterhoofd met een vloeiende overgang naar de nek.

Groot, levendig; in het midden van de kop zittend. Om de pupil een helder witte ring, de verdere iris rood.

Breed, glad; crème of licht vleeskleurig.

Middellang, met stompe hoek tussen bovensnavel en voorhoofd; de verlengde snavellijn door het midden van het oog lopend; licht vleeskleurig met een aan de bevedering aangepaste stip op de punt van de bovensnavel (behalve bij wit).

Klein en glad.

Heel fors, vol uit de schouders tredend en naar boven toe slechts weinig dunner wordend.

Nauwelijks aanzet tot keelwam.

Zeer breed en goed gerond.

Licht afhellend, iets hol.

Goed aanliggend, breed; vleugeldracht normaal.

Lang en breed; de veren met brede vanen; staartdracht normaal.

Kort, krachtig.

Goed ontwikkeld, breed en goed aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Wit, zwart, bruin;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, bruinzilver geband;

Ø  Zwart-, bruin-, blauw zwartgeband-, blauwzilver donkergeband-, bruinzilver geband witpen;

Ø  Zwart-, bruin-, blauw zwartgeband-, blauwzilver donkergeband-, bruinzilver geband witpen gebaard;

Ø  Zwart-, bruin-, blauw zwartgeband-, blauwzilver donkergeband-, bruinzilver geband witpenwitstaart;

Ø  Zwart-, blauw- en bruinbont.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren”in de NBS-standaard. De kleuren intensief respectievelijk zuiver.

Witpen: tenminste 5 aaneengesloten buitenste slagpennen wit; wit aan de aars is toegestaan.

Witpen gebaard: tenminste 5 aaneengesloten buitenste slagpennen wit; wit aan de aars is toegestaan; de baard gevormd door een enkele of dubbelzijdige witte keelvlek zonder scherpe begrenzing.

Witpenwitstaart: tenminste 5 aaneengesloten buitenste slagpennen en de staart met boven- en onderstaartdek wit.

Bont: regelmatige tekening bij witte of gekleurde grondkleur; enkele witte of gekleurde veren zijn niet voldoende.

Fouten:

Klein of smal lichaam; opgerichte houding; te hoge stand; smalle of hoekige kop; te dunne snavel; te dunne hals; niet correcte vleugeldracht; gebrekkige kleur en tekening.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Kop

ü  Ogen

ü  Snavel

ü  Kleur en tekening

Ringmaat: 8 mm.

speciaalclub

duivenrassen

hoogvliegers/tuimelaars A-D