Duitse Showtippler |
||||
c 06-20 |
SBI: D / 840 |
|||
Land van oorsprong: Duitsland Algemeen voorkomen: Middelgrote, compacte duif, opgerichte houding en lage stand. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Keel Hals Borst Rug Vleugels
Staart Benen
Bevedering |
Compact. Laag; opgerichte houding. Goed gerond met hoog, maar niet naar voren gevuld voorhoofd. Parelogen. Smal, donker. Middellang, krachtig, licht laagzichtig, met het voorhoofd een stompe hoek vormend; zwart. Fijn. Goed uitgesneden. Kort, fors. Breed, vol, naar voren en licht opgetrokken gedragen. Breed, naar de staart toe versmallend; afhellend. Krachtig, brede slagpennen; niet geheel tot het staarteinde reikend; vleugel-dracht normaal. Kort, brede staartpennen; staartdracht normaal. Krap middellang, krachtig, nagels gekleurd, bij lichtgetijgerd zijn ook lichte nagels toegestaan. Strak, brede veren. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart en koper (éénkleurig) Ø Zwart- en koper lichtgetijgerd Ø Zwart- en koper donkergetijgerd, witte grondkleur Ø Zwart- en koper schildgetijgerd Ø Zwart en koper gebaard. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren”in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Eénkleurig koper: zuiver kastanjebruin. De buitenvanen van slag- en staartpennen donker tot zwart. Aan staartdek en staartinplanting is koper toegestaan. Lichtgetijgerd: bij voorkeur regelmatig verdeelde tekening (niet vlekkig). Slag- en staartpennen noch geheel gekleurd noch geheel wit. Duiven met weinig witte respectievelijk gekleurde veren zijn noch licht- noch donkergetijgerd. Donkergetijgerd: witte grondkleur bij voorkeur regelmatig verdeelde witte en gekleurde tekening. De baard, slag- en staartpennen en onderstaartdek (kiel) gekleurd. Schildgetijgerd: gekleurd lichaam, alleen de schilden gelijkmatig getijgerd. Gebaard: slagpennen en staart gekleurd en een gekleurde vlek onder de snavel (baard) 1-11/2cm lang, de ogen niet rakend. Een variëteit heeft gekleurde mantelpennen, de verdere bevedering wit. |
||||
Fouten: Lang of smal lichaam; hoge stand; lange kop, smal of vlak voorhoofd, platte kop; dunne, spitse, horizontaal ingeplante of lichte snavel; onzuivere iris; grove of lichte oogrand; stierennek; bevederde voeten; lichte nagels (behalve bij lichtgetijgerd); losse bevedering, lichte, roetige of glansloze kleurgeheel koperkleurige of blauwe staart, witte slagpennen en/of staartpennen; verdere ernstige tekeningfouten. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type, houding en standhoogte ü Kop en snavel ü Ogen en oogranden ü Kleur en tekening Ringmaat: 8 mm. |
||||
speciaalclub |
||||