Engelse Kortvoorhoofd Tuimelaar |
||||
c 03-17 |
GB 832 |
|||
Land van oorsprong: Engeland Algemeen voorkomen: Klein en kort, compact, kortsnavelig, lage stand, afhellende houding; in de gewenste houding bevinden de ogen zich loodrecht boven de bal van de voet; vooruit gedra-gen borst; vleugels onder de staart en verhoogde stuit; in actie op de tenen lopend. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals
Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Klein, kort, compacte duif. Lage stand, afhellende houding. Rond, breed en kogelvormig met hoog, gerond en iets naar voren tredend voorhoofd; volle wangen. Parelkleurig. Zeer smal en fijn van structuur. Kleur in overeenstemming met de veerkleur. Kort, dun en puntig (halve gerstekorrel); recht ingeplant, horizontaal gedragen. Kleur in overeenstemming met de veerkleur. Fijn. Breed uit de borst komend naar de keel toe dun verlopend; achterwaarts gebogen gedragen. Goed uitgesneden. Breed, goed gerond opgetrokken en vooruit gedragen. Kort, sterk afhellend, stuit verhoogd. Kort, gesloten; onder de staart gedragen. Kort, breed; in het verlengde van de ruglijn gedragen. Kort. Goed ontwikkeld, kort, zacht en vol. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, rood, dun, geel; Ø Almond, kite, gouddun, De Roy; Ø Rood-, geel- en De Roy-agaat ; Ø Zwart-, rood-, geel rozetgetijgerd (rosewings); Ø Zwart-, rood-, dun-, geel-, blauw zwartgeband- en blauwzilver donkergeband gebaard(beards); Ø Zwart-, rood-, dun- en geel witkop (baldheads). |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren”in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Witkop: (baldhead): kop tot ½ cm onder het oog wit, witte buik, dijen, staart en aan elke vleugel minimaal 7 aaneengesloten buitenste pennen wit. De overige bevedering gekleurd. Snavel vleeskleurig. Gebaard: (beard): witte, halvemaanvormige, vlek onder de snavel, die tot de ogen mag reiken, witte buik, dijbenen, onderrug, staartpennen en aan elke vleugel minimaal 7 aaneengesloten buitenste slagpennen wit. De overige bevedering gekleurd. Ondersnavel vleeskleurig. |
||||
Fouten: Grof of lang lichaam, hoekige of platte kop, smal of vlak voorhoofd, te rode ogen; afwijkende, stompe of naar beneden gerichte snavel; verkeerde vleugeldracht; niet verhoogde stuit; sterke afwijkingen in kleur en tekening. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop en snavel ü Vleugeldracht ü Oogkleur ü Kleur en tekening Ringmaat: 7 mm. |
||||
speciaalclub |
||||