Hamburger Tuimelaar |
||||
c 03-17 |
D899 |
|||
Land van oorsprong: Duitsland, Hamburg Algemeen voorkomen: Compacte duif met lage stand en licht afhellende houding, ronde kop, kortsnavelig, met en zonder schelpkop. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Compacte kortsnavelige duif Lage stand, licht afhellende houding. Breed, gewelfd voorhoofd, goed gerond, ongekapt of met aanliggende schelpkap met goed ontwikkelde rozetten. Parelkleurig. Relatief breed, fijne structuur; bleek tot bleekrood. Vrij kort, breed aangezet, goed naar beneden gericht, stomp, gesloten; vleeskleu-rig; bij blauw en blauwzilver is donkere snavel toegestaan. Fijn. Gedrongen en licht naar achteren gebogen. Breed, gerond, iets naar voren tredend. Tamelijk kort, licht afhellend. Aanliggend; vleugeldracht normaal. Kort; staardracht normaal. Kort. Goed ontwikkeld; brede veren, maar niet lang. |
|||
Kleurslagen: Ø Wit; Ø Zwart-, rood-, geel-, blauw-, blauwzilver- en geelzilver geëksterd; Ø Zwart-, rood-, geel-, blauw- en blauwzilver kleurstaart; Ø Zwart-, rood-, geel-, blauw-, blauwzilver-, geelzilver- en blauw gekrast witstaart; Ø Zwart-, rood-, geel-, blauw-, blauwzilver- en geelzilver witpenwitstaart. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren”in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Geëksterd: blauw, blauwzilver en geelzilver zonder donkere “schaduw” aan de hals; volle ekster-tekening (geen slab of witte kop), het hart niet te breed (overbouwd) en niet te smal; scherpe af-scheiding ook op de borst en aan de staart. Kleurstaart: wit tot aan de staart; scherp afgetekend. Witstaart: blauw, blauwzilver en geelzilver zonder donkere “schaduw”aan de hals; gekleurd tot aan de staart; onder- en bovenstaartdek wit. Witpenwitstaart: blauw, blauwzilver en geelzilver zonder donkere “schaduw”aan de hals; aan elke vleugel 6-10 aaneengesloten buitenste slagpennen wit; duimveren gekleurd gewenst. De staart, inclusief boven en onderstaartdek, zuiver wit. |
||||
Fouten: Grof of lang lichaam; hoekige kop; te lange snavel, aangelopen snavel bij wit en kleurstaart; rode oogranden; onzuivere kleur; slechte banden; ermstige tekeningfouten; minder dan 6 of meer dan 10 witte slagpennen; verschil meer dan 2. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Kop en snavel ü Type en stand ü Ogen en eventuele kap ü Kleur en tekening Ringmaat: 7 mm |
||||
speciaalclub |
||||