|
Kazanse Tuimelaar |
||||
|
c 03-17 |
RUS(D) 868 |
|||
|
Land van oorsprong: Rusland Algemeen voorkomen: Krap middelgroot, lage stand, wat hoog gedragen borst, holle rug en vrij brede en opwaarts gedragen staart; vleugels onder de staart gedragen; geronde kop; korte bevederde benen; sidderhalzig. Raskenmerken: |
||||
|
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel
Hals
Borst Rug Vleugels Staart
Benen
Bevedering |
Middelgrote duif, die vleugels onder de staart draagt. Lage stand, met hoog gedragen borst. Gladkoppig, voorhoofd breed en hoog. Parelkleurig, bij wit donker. Fijn, licht. Krap middellang, vrij kort en dik, een stompe hoek met het voorhoofd vormend; licht, bij zwart is een aangelopen snavel toegestaan. Breed op het lichaam gedragen, naar boven toe slank uitlopend, naar achteren doorgebogen. Bij opwinding sidderend. Breed, goed gerond, naar voren en omhoog gedragen. Breed, kort en hol. Kort; onder de staart gedragen, de grond rakend. Kort en breed, niet gewelfd; bij opwinding opgetrokken; in de regel meer dan twaalf staartpennen en ontbreekt de stuitklier. Onderrug en bovenstaartdek gewelfd verlangd. Heel kort, met korte bevedering, de tenen tot aan de nagels bedekkend; geen uitgesproken voetstuk. Breed, zacht, niet te lang. |
|||
|
Kleurslagen: Ø Wit, zwart, rood en geel; dominant rood en dominant geel; blauw zwartgeband; Ø Zwart-, rood-, geel-, dominant rood- en dominant geel witpen; Ø Zwart-, rood-, geel-, dominant rood- en dominant geel geëksterd; Ø Zwart-, rood-, geel-, dominant rood- en dominant geel bont. |
||||
|
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Bont: met en zonder wit baardje, aan elke vleugel 5 – 10 aaneengesloten slagpennen, rug, staart, buik en voetbevedering wit. Zwart met gekleurde of witte staart. Witpen met witte voetbevedering. Aan kleur en tekening moeten geen strenge eisen worden gesteld. |
||||
|
Fouten: Grof lichaam; te hoge stand; lange bevedering; constant op de staart gedragen vleugels; sterk hol gedragen staart; ontbreken van sidderhalzigheid; duidelijk platte kop; te lange of te spitse snavel; ontbrekende voetbevedering, te lange voetveren of gierhakken. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Hals en sidderen ü Kop en snavelvorm ü voetbevedering ü Oogkleur ü Kleur en tekening Ringmaat: 8 mm. |
||||
|
speciaalclub |
||||