Roemeense Witstaarttuimelaar |
||||
c 03-17 |
RO(D) 855 |
|||
Land van oorsprong: Roemenië Algemeen voorkomen: Middelgroot, laag gesteld, horizontale houding, dobbelsteenachtige kop met middellange snavel. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel
Hals Borst Rug Vleugels Staart
Benen Bevedering |
Middelgrote duif. Laag; horizontale houding. Bijna dobbelsteenvormig met geronde kanten; breed en steil voorhoofd. Parelkleurig. Tweereijig; kleur conform de kleurslag. Krap middellang, licht neerwaarts gedragen. Bij rood en geel licht hoornkleurig, bij andere kleuren zwart. Middellang, licht naar voren gedragen. Breed, licht naar voren gedragen. Lang, afhellend. Lang; vleugeldracht normaal. 12 – 14 staartpennen, wat losjes en in het verlengde van de ruglijn gedragen en vrij van de grond. Kort tot ten hoogste middellang. Naar verhouding lang, strak aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, rood en geel; Ø Blauw zwartgeband. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Staart, boven- en onderstaartdek wit. Wat wit aan de aars en binnenzijde van de dijen toegestaan. |
||||
Fouten: Te klein; hoog gesteld; ronde of lange kop; te lange snavel; onzuivere of matte kleur; gekleurde staartpennen; tot op de buik doorlopend wit. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop en snavel ü Oogkleur en oogranden ü Kleur en tekening Ringmaat: |
||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
|||