Weense Witschildtuimelaar |
||||
c 06-20 |
A 837 |
|||
Land van oorsprong: Oostenrijk, Wenen Algemeen voorkomen: Krap middelgroot, gedrongen, lage stand, licht afhellende houding, ronde kop. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel
Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Krap middelgrote, gedronegn duif. Laag; licht afhellende houding. Klein, gerond, niet afgeplat. Zo helder mogelijk pareloog; wit met blauwe gloed is ook toegestaan. Breed; bij rood en geel rood, bij zwart pruimenblauw. Krap middellang, breed aangezet, compact; bij rood en geel vleeskleurig, zwart bij zwart. Bij rood is een licht aangelopen snavel toegestaan. Kort, niet te dun Uitgesneden. Breed, goed gerond. Kort, licht afhellend. Goed gesloten, vleugeldracht normaal. Middellang, staartdracht normaal. Kort, nagelkleur zwart bij zwart, bij rood en geel licht. Brede veren, glad en aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, rood, geel. |
||||
Kleur en tekening:
Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren
intensief, respectievelijk zuiver. |
||||
Fouten: Groot of lang lichaam; te hoge stand; platte kop; te lange of te dunne snavel; rode adertjes in de iris; witte veren in de gekleurde bevedering; gekleurde veren op de schilden. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop en snavel ü Kleur en tekening ü Ogen en oogranden Ringmaat: 7 mm. |
||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
|||