West of England Tuimelaar |
||||
c 06-20 |
GB 833 |
|||
Land van oorsprong: Engeland, de westelijke grote steden. Algemeen voorkomen: Middelgrote, brede, compacte tuimelaar, forse hals, ongekapt, voetbevederd, middelhoge stand, afhellende houding. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel Hals Borst Rug Vleugels Staart
Benen Bevedering |
Midelgroot, breed compact. Middelhoog; afhellende houding. Ovaal, gevuld voorhoofd, hoogste punt voor de ogen, zonder enige afplatting of kneep. Parelkleurig. Smal, bleek tot vleeskleurig. Middellang, vleeskleurig. Middellang, breed aan de basis. Breed, goed gerond, iets hoog gedragen. Afhellend. Goed gesloten, vleugeldracht normaal. Goed gesloten, een veerbreedte voorbij de slagpennen uitstekend. Staartdracht normaal. Middellang, bevederd, de tenen bedekkend. Glad aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, dun, rood en geel; Ø Blauw-, blauwzilver-, roodzilver en geelzilver ongeband; Ø Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband en geelzilver geband; Ø Blauw-, blauwzilver-, roodzilver en geelzilver gekrast. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren zuiver. Witkop (Baldhead): de vleugelschilden, de hals vanaf ca. 4 cm onder de snavel iets schuin oplopend naar de achterhals en de borst tot ca. 4 cm voor de benen gekleurd. De overige bevedering wit en scherp afgetekend. Aan elke vleugel 7 - 12 buitenste slagpennen wit, zo mogelijk 10 & 10. Gekleurde duimveren worden nagestreefd. |
||||
Fouten: Te smal; hoekige schedellijn; afwijkende oogkleur; rode oogranden; sterk afwijkende kleur; ernstige tekeningfouten; onbevederde benen en/of tenen; overdadige been- of teenbevedering. Minder dan 7 of meer dan 12 witte slagpennen. Meer dan 2 witte slagpennen verschil tussen beide vleugels. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kopvorm ü Snavel en ogen ü Kleur en tekening ü Voetbevedering Ringmaat: 10 mm. |
||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
|||