Bernhardiner Geëksterde Kleurduif |
||||
c 02-17 |
D 446 |
|||
Land van oorsprong: Zuid-Duitsland, Franken Algemeen voorkomen: Krachtig veldduiventype met bijna horizontale stand. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Krachtig veldduiftype. Middelhoog; bijna horizontale houdind. Goed gewelfd en gerond. Donker. Glad; vuurrood. Middellang; vleeskleurig, goed doorbloed. Middellang. Goed uitgesneden. Breed, goed gewelfd. Lang, licht afhellend. Lang, vleugeldracht normaal. Staartdracht normaal. Middellang; nagels licht. Aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, rood, geel, blauw, blauwzilver, zilver; Ø Blauw gekrast, blauwzilver gekrast. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Zilver: gelijkmatig zilvergrijs, zonder staartband en zonder rood aan hals en borst. Ekstertekening: hals, schouders, borst en staart met boven- en onderstaartdek (kiel) gekleurd. Kop, rug, vleugels en buik wit. De witte tekening tot 1 cm onder de ogen en snavel lopend. |
||||
Fouten: Klein lichaam; dikke hals; platte kop; horizontaal ingestoken snavel; bleke oogranden; matte kleur; niet correcte tekening; wit in onderstaartdek, schimmel in de staart. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Grootte ü Kleur en tekening ü Kopvorm en oogranden Ringmaat: 8 mm. |
||||
speciaalclub |
||||