Boheemse Duif

c 06-20

D 401

Land van oorsprong: Tsjechië, Bohemen

Algemeen voorkomen: Krachtig en wat gedrongen veldduiventype met horizontale houding en een middelhoge stand. Kaalbenig, gladkoppig en robuust.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

Ogen

 

Oogranden

 

Snavel

 

Hals

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

Bevedering

Robuust veldduiftype.

Middelhoog; horizontale houding.

Middelgroot, oplopend voorhoofd, gewelfd.

Oranjekleurig tot vurig rood. Bij bruinkleurigen is een wat lichtere oogkleur toegestaan.

Eén tot tweerijig; rood bij zwart, rood en geel, bij andere kleurslagen meegaand met de veerkleur.

Middellang, krachtig; vleeskleurig bij rood en geel, andere kleuren afhankelijk van de kleurslag, hoornkleurig tot zwart.

Krachtig, vol in de borst overgaand en verticaal gedragen.

Goed uitgesneden.

Breed, goed gerond.

Breed, slechts weinig afhellend.

Krachtig, vleugeldracht normaal.

Goed gesloten, horizontaal gedragen.

Middellang, onbevederd. Nagelkleur van geen betekenis.

Strak aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, rood, geel, bruin; blauw ongeband;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband, geelzilver geband, bruinzilver geband;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver-, bruinzilver- en geelzilver gekrast;

Ø  Lichtblauw witgeband, lichtblauw witgeschubd.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Bij de lakkleuren wordt gestreefd naar een groene glans. Geel en blauw zwartgeband gelijkmatig van kleur en niet te donker.

Grondkleur wit. Kop, slab, vleugelschilden en staart met boven- en onderstaartdek (kiel) gekleurd. Koptekening in de nek niet te laag afgetekend. De slab ongeveer tot onder het midden van de hal reikend; witte onderrug; aan beide vleugels 7 – 10 aaneengesloten buitenste slagpennen wit. Minstens 4 duimveren moeten gekleurd zijn.

Fouten:

Zwak, klein of lang lichaam; hoge stand; platte kop; door horizontaal opgetrokken staart; onzuivere snavelkleur bij rood en geel; onzuivere kleur en banden; schimmel in de staart, witte of ontbrekende kielveren, gekleurde rug; te kleine slab, slecht begrensde slab- of koptekening; minder dan 7 of meer dan 10 witte slagpennen aan elke vleugel, meer dan twee witte pennen verschil; schakelpen(nen), meer dan vier witte of ontbrekende duimveren; gekleurde flanken of dijen.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Kleur en tekening

ü Kopvorm

ü  Oog- en snavelkleur

Ringmaat:  8 mm.

speciaalclub

duivenrassen

kleurduiven