Vinkduif |
||||
c 02-17 |
D 402 |
|||
Land van oorsprong: Koper-zwartvleugel vermoedelijk de Kroatische kust (Dalmatië), in Engeland geperfectioneerd (Archangels), de andere kleurslagen in Duitsland. Algemeen voorkomen: Op een krachtige veldduif gelijkend maar slanker en eleganter gebouwd. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Puntkap
Ogen Oogranden Snavel
Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Krachtig maar slanker en eleganter dan veldduiftype. Middelhoog; licht afhellende houding. Licht gewelfd, lang en smal, voorhoofd tamelijk vlak; met puntkap of ongekapt. Moet met de bevedering van de achterhals een scherpe nekkam vormen; de veren aan beide zijden van de achterhals horizontaal in de nek scherp tezamen komend. Oranje. Bij witplaat of oranje of donker, bij witkop donker. Smal, lichtrood. Middellang; licht- tot donker hoornkleurig bij zwartvleugels, vleeskleurig bij witvleugels, donker hoornkleurig bij blauwvleugels. Tamelijk lang en relatief dun. Goed uitgesneden. Matig breed en weinig vooruit gedragen. Licht afhellend. Matig lang, vleugeldracht normaal. Staartdracht normaal. Middellang Goed ontwikkeld, goed aanliggend. Bij alle kleurslagen worden vetschachten nagestreefd. |
|||
Fouten (Algemeen): Te klein lichaam, te brede (gutsvormige) puntkap; erg scheve of schamele puntkap. Ernstige tekeningfouten bij witpen, witplaat en witkop. Kleurslagen / Kleur en tekening: A. Koperkleurige Vinkduiven a) Koper-zwartvleugel: Kop, hals, borst, buik, flanken en kiel koperkleurig. De kleur moet glanzen als hoog gepolijst koper, hoe vuriger hoe beter. De kleur moet over de genoemde lichaamsdelen gelijkmatig zijn en mag niet mat of groenglanzend zijn, ook niet vanaf de buik. Vleugelschilden, rug en bovenstaartdek diep zwart met kevergroene glanszoom. Bij duivinnen is een weinig roest ter plaatse van de banden en op de rug toegestaan. De bui-tenvanen van de slagpennen en de bovenzijde van de staart in gesloten toestand zwart. Fouten: Groenglanzende, gelige (brons) koperkleur c.q. roet in de koperkleur, blauwrode buikkleur, ongelijkmatig (afzettend) koper; zwarte dijen; violette of staalblauwe glanszoom, ontbrekende glanszoom op rug en schilden; teveel purper op de schilden en/of rug; roest op de schilden (bij duivinnen is een weinig roest ter plaatse van de banden en op de rug geen fout); blauwe staart; grijze of blauwe rug, zwarte of grauwe kielkleur. b) Koper-witvleugel: Koperkleur vergeleken met zwartvleugel wat donkerder (bordeaux-rood). De koperglans toont niet zo intensief als bij zwartvleugel. Rug, bovenstaartdek, vleugels en staart zuiver ivoorkleurig. Bij duivinnen is een iets grauwe of beigekleurige rug toegestaan. Het vleugelpatroon ongeband, geband of gekrast. De banden lang, door-lopend en intensief bruin-rood; krastekening regelmatig, de kleur conform de kleur van de banden. Bij de gebande en gekraste moeten de binnenvanen van de slagpennen en de onderzijde van elke staartpen een gekleurde vlek (spiegel) tonen, die alleen bij uitge-spreide vleugel of staart zichtbaar is. De ongebande hoeven geen spiegels te tonen. Fouten: Groenglans aan de kop en te groene hals; blauwrode of groene koperkleur vanaf de borst; witte dijen; erg grauwe rug; niet doorlopende of onscherpe banden; sterk onzuivere schilden. c) Koper-blauwvleugel: Kop, hals, borst, buik, dijen, flanken en kiel als bij zwartvleugel. Vleugelschilden, rug en bovenstaartdek en staart zuiver blauw; het vleugelpatroon ongeband, zwartgeband, gekrast of witgeband. De banden smal, doorlopend en intensief respectievelijk schoon; krastekening regelmatig en intensief zwart. De uiteinden van de slagpennen donker uitlopend. Staart met donkere staartband. Bij duivinnen is een licht gewolkte schildkleur toegestaan. Fouten: Groene buik en/of kielkleur; te groene hals; te donkere kop; witte rug; blauwe dijen; blauwe kiel; ontbrekende staartband; aanduiding van band bij ongebande, onscherp vleugelpatroon. Tekeningvarianten: · Koper-zwartvleugel- en koper-blauwvleugel witpen; Kleur als bij a) respectievelijk c). Aan elke vleugel 6 – 10 aaneengesloten witte buitenste slagpennen. Twee pennen verschil is toegestaan. Zie voor fouten bij a) respectievelijk c). · Koper-zwartvleugel- en koper-blauwvleugel witplaat; Witte bovenkop; de sftekening van de witte kopplaat vanaf de snavelhoeken door de ogen naar de puntkap. Kleur als bij a) respectievelijk c). Witte slagpennen als bij witpen. Aan de grondkleur worden minder hoge eisen gesteld. Zie voor fouten bij a) respectievelijk c). · Koper-zwartvleugel- en koperblauwvleugel witkop; Witte kop; de aftekening van de witte kop vanaf ca. 1 cm onder de snavel met een booglijn onder de ogen door naar de puntkap. Kleur als bij a) respectievelijk c). Witte slagpennen als bij witpen. Aan de grondkleur worden minder hoge eisen gesteld. Zie voor fouten bij a) respectievelijk c). B. Goudkleurige Vinkduiven a) Goud-zwartvleugel: Kop, hals, borst, dijen, flanken en kiel goudkleurig (diep goudgeel met oplichtende glans). De kleurmoet over de genoemde lichaamsdelen gelijkmatig zijn en mag niet mat of groen- of roodglanzend zijn. Vleugelschilden, rug en bovenstaartdek diep zwart met kevergroene glanszoom. Bij duivinnen is een weinig roest ter plaatse van de banden en op de rug toegestaan. De buitenvanen van de slagpennen en de boven-zijde van de staart in gesloten toestand zwart. Fouten: Melige, groen- c.q. roodglanzende, ongelijkmatige of afzettende goudkleur, groenglans of roet in de halskleur; zwarte dijen; violette of staalblauwe glanszoom, ontbrekende glanszoom op rug en schilden; te veel purper op de schilden en/of rug; roest op de schilden; blauwe staart; grijze of blauwe rug, zwarte of grauwe kielkleur. b) Goud-witvleugel: Goudkleur als bij zwartvleugel, echter in geheel iets donkerder, in geen geval lichter. Rug, bovenstaartdek, vleugels en staart zuiver ivoorkleurig; het vleugelpa-troon ongeband, geband of gekrast. Bij duivinnen is een iets grauwe of beigekleurige rug toegestaan. De banden smal, doorlopend en met dezelfde kleur als van de hals en de borst enz.; krastekening regelmatig, de kleur conform de kleur van de banden. Bij de gebande en gekraste moeten de binnenvanen van de slagpennen en de onderzijde van elke staartpen een gekleurde vlek (spiegel) tonen, die alleen bij uitgespreide vleugel of staart zichtbaar is. De ongebande hoeven geen spiegels te tonen, maar dat is geen fout. Fouten: Te veel rood- of groenglans; witte oorvlekken, melige goudkleur; grauwe kop; witte dijen; grauwe rug of kiel; niet doorlopende of onscherpe banden; sterk onzuivere schilden. c) Goud-blauwvleugel: Goudkleur als bij zwartvleugel. Rug, staart en vleugelschilden zuiver blauw; met een licht gelige zweem; hoe sprekender de blauwe kleur des te beter. Het vleugelpatroon ongeband, zwart- of witgeband of gekrast. De banden smal en door-lopend, krastekening regelmatig, vleugelpatroon intensief. De uiteinden van de slagpen-nen donker uitlopend; staart met donkere staartband. Bij duivinnen is licht gewolkte schildkleur toegestaan. Witgeband met donkere bandzoom, slagpennen en staartband. Lichtblauw met witte banden, bij voorkeur zonder bandzoom, lichte slag- en staartpennen en lichtere staartband. Fouten: Melige, te rode of groene goudkleur, roet in de goudkleur, groene hals; witte rug; aanduiding van band bij ongebande; blauwe dijen of kiel, ontbrekende staartband; grauwe kop; sterk onzuivere schilden; grauwe in plaats van blauwe kleur. Bij lichtblauw te donkere bandzoom, slagpennen en staartband. Tekeningvarianten: · Goud-zwartvleugel- en goud-blauwvleugel witpen; Kleur als bij a) respectievelijk c). Aan elke vleugel 6 – 10 aaneengesloten witte buitenste slagpennen. Twee pennen verschil is toegestaan. Zie voor fouten bij a) respectievelijk c). · Goud-zwartvleugel- en goud-blauwvleugel witplaat; Witte bovenkop; de sftekening van de witte kopplaat vanaf de snavelhoeken door de ogen naar de puntkap. Kleur als bij a) respectievelijk c). Witte slagpennen als bij witpen. Aan de grondkleur worden minder hoge eisen gesteld. Zie voor fouten bij a) respectievelijk c). · Goud-zwartvleugel- en goud-blauwvleugel witkop; Witte kop; de aftekening van de witte kop vanaf ca. 1 cm onder de snavel met een booglijn onder de ogen door naar de puntkap. Kleur als bij a) respectievelijk c). Witte slagpennen als bij witpen. Aan de grondkleur worden minder hoge eisen gesteld. Zie voor fouten bij a) respectievelijk c). |
||||
Kleurslagen |
||||
koper |
goud |
|||
- zwartvleugel - zwartvleugel witpen - zwartvleugel witplaat - zwartvleugel witkop - blauwvleugel ongeband - blauwvleugel ongeband witpen - blauwvleugel ongeband witplaat - blauwvleugel ongeband witkop - blauwvleugel zwartgeband - blauwvleugel zwartgeband witpen - blauwvleugel zwartgeband witplaat - blauwvleugel zwartgeband witkop - blauwvleugel gekrast - blauwvleugel gekrast witpen - blauwvleugel gekrast witplaat - blauwvleugel gekrast witkop - blauwvleugel witgeband - blauwvleugel witgeband witpen - blauwvleugel witgeband witplaat - blauwvleugel witgeband witkop - witvleugel ongeband - witvleugel geband - witvleugel gekrast |
- zwartvleugel - zwartvleugel witpen - zwartvleugel witplaat - zwartvleugel witkop - blauwvleugel ongeband - blauwvleugel ongeband witpen - blauwvleugel ongeband witplaat - blauwvleugel ongeband witkop - blauwvleugel zwartgeband - blauwvleugel zwartgeband witpen - blauwvleugel zwartgeband witplaat - blauwvleugel zwartgeband witkop - blauwvleugel gekrast - blauwvleugel gekrast witpen - blauwvleugel gekrast witplaat - blauwvleugel gekrast witkop - blauwvleugel witgeband - blauwvleugel witgeband witpen - blauwvleugel witgeband witplaat - blauwvleugel witgeband witkop - lichtblauw witgeband - witvleugel ongeband - witvleugel geband - witvleugel gekrast |
|||
Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Koper- respectievelijk goudkleur en glans ü Overige kleur en glanszoom ü Type en stand ü Puntkap, oogkleur, snavelkleur Richtlijnen voor de beoordeling Van primaire betekenis is een gelijkmatige, glansrijke koper- respectievelijk goudkleur van kop tot in de kiel. Iets donkerder of lichter is niet van belang. Hoe breder de glanszoom van de veren, hoe waardevoller het dier. Voor een hoger predicaat moeten verder die onderdelen van de duif, welke direct opvallen foutloos zijn. Belangrijk is daarbij de kevergroene glanszoom op rug en vleugelschilden, hoe breder hoe beter. Geringe afwijking in snavelkleur is voor de hoogste predicaten toegestaan. Ringmaat: 7 mm. |
||||
speciaalclub |
||||