Engels Kropper & Engelse Dwergkropper |
||||
c 02-17 |
GB 310 / 329 |
|||
Land van oorsprong: Engeland. Algemeen voorkomen: Engelse Kropper: groot en langbenig, elegant met opgerichte houding, nauw ingeplante benen en ronde ballon. Engelse Dwergkropper: In alle maten ca. 2/3 van de standaardmatige Engelse Kropper. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen
Oogranden
Snavel
Hals Ballon
Borst Rug Vleugels
Staart
Benen
Bevedering |
Groot, langbenig type. Hoog; opgerichte houding. Klein en gewelfd. Donker bij wit; bij splash zijn twee donkere of twee gekleurde ogen toegestaan; bij bruin- en bruinzilverbont naar parelkleurig neigende iris; oranjerood bij de overige kleurslagen. Smal en fijn; de kleur varieert van vleeskleurig bij wit tot donker grijs bij zwart- en blauwbont. Middellang, tamelijk krachtig. Vleeskleurig bij wit; bij zwart- en blauwbont donker, licht bij de overige kleurslagen. Lang. In actie aan de bovenkant rond, naar de borst toe versmallend, aan de borst goed afzettend. Moet beheerst en soepel worden gedragen. Smal en lang in taille met licht naar voren tredend borstbeen. Lang, smal, sterk afhellend. Lang en smal; hoog aangezet en goed gesloten gedragen; de vleugeleinden op de staart rustend; bij voorkeur niet kruisend. Smal, niet te lang, in het verlengde van de ruglijn gedragen en de grond niet rakend. Krachtige veren. Lang en ver naar achteren geplaatst, vrij nauw ingeplant, maar niet zo nauw, dat de duif zich niet probleemloos kan voortbewegen. Dijen en loopbenen met korte, strak aanliggende bevedering. Tenen bedekt met smalle, maximaal 5 cm lange veren zonder direct zichtbare kale plekken. Glad en strak aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Wit; splash; strawberry; Ø Zwartbont, (dominant) roodbont, (dominant) geelbont, bruinbont; Ø Blauwbont zwartgeband, roodzilverbont geband, bruinzilverbont geband, blauwzilverbont donkergeband, geelzilverbont geband. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. De rug altijd gekleurd. Bont: buik, slab (halve maanvormige tekening op voorzijde van de hals), vleugelrozetten (6-14) witte veertjes op het midden van elke vleugel), dijen, loopbenen en aan elke vleugel tenminste 7 aaneengesloten buitenste pennen wit. De overige bevedering gekleurd. Lichte afwijkingen in de slab- en rozettekening zijn niet van doorslaggevende betekenis bij de beoordeling. Splash: kleurvlekken hoofdzakelijk op kop en staart en (minder) tussen de vleugels. |
||||
Fouten: Te weinig actie; te breed in de schouders; te korte taille; te korte hals; afwijkende ballon, “buikblazen”, holle of bolle rug; te vlakke stand; te stijve stand; te korte, te breed staande, in het enkelgewricht te ver doorgedrukte en/of X-benen; te ronde dijen; zodanige beenstand, dat de duif niet correct kan lopen; niet correcte vleugeldracht; scheve- of spleetstaart, te weinig of te zware been- en voetbevedering; sterk afwijkende kleur en/of tekening; ontbrekende slab; ontbrekende rozetten; afwijkende iris. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Hals- en beenlengte ü Actie ü Ballon ü Benen en beeninplanting ü Voetbevedering ü Kleur en tekening ü Oogkleur Ringmaat: Engelse Kropper 10 mm. ; Engelse Dwergkropper 8 mm. |
||||