Hessische Kropper

c 07-20

D 317

Land van oorsprong: Duitsland, Hessen.

Algemeen voorkomen: Trotse, opgerichte houding, compact lichaam met bij het lichaam passende ballon en vloeiend verlopende lichaamsbelijning. Het lichaam moet vanaf de aanzet van de ballon tot aan de dijen van opzij gezien de vorm van een brede rechthoek tonen. De achterpartij mogelijk 1/3 van de totale lengte.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

Ogen

Oogranden

 

Snavel

 

 

Neusdoppen

Hals

Ballon

 

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

 

Bevedering

Compact type; trots uitstralend.

Midden laag; opgerichte houding.

Rond, voorhoofd licht gewelfd.

Iris donker oranje tot rood; bij wit en gemonnikt donker.

Smal en afhankelijk van de veerkleur licht of grijs, zwart respectievelijk zwartgrijs.

Middellang, krachtig; bij zwart, zwart moezelkop, donker- en lichtgetijgerd: zwart. Bij een blauwe grondkleur donker, bij zilvers licht- tot donker hoornkleurig, bij alle andere kleurslagen licht.

Weinig ontwikkeld en fijn.

Lang.

Naar alle zijden goed gerond, de grootste omvang aan voor- en bovenkant, soepel gedragen. Kropbevedering goed aanliggend.

Borstbeen lang, zo mogelijk 1/3 van de lichaamslengte. Borst breed goed gerond.

Lang, breed, afhellend.

Middellang, tot 2 – 3 cm voor het staarteinde reikend; vleugeldracht normaal.

Breed, in een rechte lijn met de rug gedragen en de bodem niet rakend.

Krap middellang, krachtig; de dijen zichtbaar, door de buikbevedering gedeeltelijk bedekt. Nagelkleur conform de snavelkleur.

Goed ontwikkeld, strak aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Wit, zwart, rood, geel, blauw ongeband; blauwzilver ongeband;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband, geelzilver geband;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver- en geelzilver gekrast;

Ø  Zwart-, rood-, geel- en blauw sproetkop;

Ø  Zwart-, rood-, geel- en blauw sproetkop met vleugelrozetten;

Ø  Zwart-, rood-, geel-, blauw zwartgeband-, blauwzilver donkergeband-, roodzilver geband- geelzilver geband-, roodzilver gekrast- en geelzilver gekrast gemonnikt;

Ø  Zwart-, rood-, geel- en blauw licht getijgerd;

Ø  Zwart-, rood-, geel- en blauw donker getijgerd;

Ø  Blauw schimmel (zwartgeband).

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Blauw met licht helder blauw, blauw-, rood- en geelzilver met schone, niet gewolkte schilden. Banden zuiver, smal en lang; de gekraste met gelijkmatige krastekening.

Sproetkop: aan de kop op gekleurde grondkleur een fijne witte tekening.

Sproetkop met vleugelrozetten: op de schilden dicht bij de vleugelboeg enkel witte veertjes.

Licht getijgerd: zie specificatie in Kleurenblok.

Donker getijgerd: zie specificatie in Kleurenblok.

Gemonnikt: Kop en aan elke vleugel 6 – 9 aaneengesloten buitenste slagpennen wit.

Fouten:

Te klein of te groot lichaam; te korte hals; te lage stand; te weinig actie; te grote of scheve ballon, sterk in de nek blazend; buikblazen; te lange slagpennen en/of staart; niet correcte vleugeldracht; sterk kruisende vleugels; slechte kleur en/of tekening; rode oogranden; afwijkende snavelkleur; veren aan de benen en voeten; lichte nagels bij zwart, blauw en blauw gekrast. Te weinig of te veel of onregelmatige tekening op kop en krop bij moezelkop, bij gemonnikt meer dan 3 witte slagpennen verschil tussen beide vleugels. 

 

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type 

ü  Lichaamsdiepte en breedte

ü  Blaaswerk

ü  Houding en stand

ü  Kleur en tekening

ü  Snavel- en nagelkleur

 

Ringmaat:    9 mm.

speciaalclub

duivenrassen

kropperrassen