Pommerse Kropper |
||||
C 02-17 |
D 303 |
|||
Land van oorsprong: Duitsland Algemeen voorkomen: Zeer groot, breed, massief lichaam, hoge stand, trotse opgerichte houding (onder een hoek van 45 – 60 graden), midden onder het lichaam geplaatste, breed staande, sterk bevederde benen. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Ballon
Borst Rug
Vleugels
Staart Benen
Bevedering |
Zeer groot, massief type. Hoog; trotse, opgerichte houding. Fors zonder al te hoog voorhoofd. Bij wit en kleurstaart donker, bij de overige kleurslagen oranjerood. Smal en fijn, kleur conform de bevedering. Middellang en krachtig, licht in de ballon rustend; bij wit en kleurstaarten licht, bij zwart en blauwkleurige donker, bij alle andere kleurslagen licht tot donker hoornkleurig. Fijn. Lang. Groot en vol opgeblazen, de grootste omvang bovenaan, zonder taille in de borst overgaand. Breed en sterk, zonder taille. Achter de zeer brede schouders slechts weinig hol, afhellend, met de staart één lijn vormend. Krachtig met brede veren, goed tegen het lichaam gedragen, de rug goed afdekkend, bijna tot het staarteinde reikend; mogen elkaar raken maar niet kruisen. Bij jonge dieren is licht kruisen toegestaan. Breed en lang, gesloten, staartdracht normaal. Lang, krachtig, breed staand, de dijen met lange gierhakken, de voeten goed ontwikkeld, gerond, gesloten en overbouwd voetstuk. Lang breed, weelderig ontwikkeld en strak aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Wit, zwart, rood, blauw zwartgeband en blauw gekrast; Ø Zwartbont, (dominant) roodbont, (dominant) geelbont; Ø Blauwbont zwartgeband, blauwzilverbont donkergeband, roodzilverbont geband, geelzilverbont geband; Ø Blauwbont gekrast, blauwzilverbont gekrast, blauwbont donker gekrast; Ø Blauw kleurstaart, zwart kleurstaart; Ø Zwart-, rood-, geel- en blauw licht getijgerd; Ø Zwart-, rood-, geel- en blauw donker getijgerd. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. De scheiding tussen witte en gekleurde veervelden scherp afgetekend. Bont: enigszins halve maanvormige borstvlek (slab), die niet tot de ogen mag reiken, de buik, dijbevedering, voetbevedering, rug en aan elke vleugel tenminste 7 aaneengesloten buitenste slagpennen wit. Staart gekleurd. Vleugelrozetten niet toegestaan. Kleurstaart: alleen de staart gekleurd. Licht getijgerd: met zo mogelijk regelmatig verdeelde (niet vlekkige) gekleurde en witte tekening. |
||||
Fouten: Te weinig actie; te klein of te kort lichaam; korte hals; smalle of getailleerde ballon; smalle schouders, slecht afgedekte rug, te holle ruglijn, te lage, vlakke of te hoge stand; te korte, te nauw staande of X-benen; sterk doorzakken in enkelgewricht; slechte voetbevedering; ernstige tekeningfouten, slechte kleur, los aanliggende bevedering. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Actie ü Hals- en beenlengte ü Ballon ü Voetbevedering ü Kleur en tekening ü Oog- en snavelkleur Ringmaat: 12 mm. |
||||