Steigerkropper |
||||
c 02-17 |
D 318 |
|||
Land van oorsprong: Polen (Silezië), Tsjechië (Bohemen, Moravië). Algemeen voorkomen: Gestrekte, krachtige, middelgrote kropper, iets meer dan middelhoge stand, opgerichte houding en peervormige ballon; ongeveer 2/3 van de totale lengte voor en 1/3 achter de benen. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Ballon
Borst Rug Vleugels
Staart Benen
Bevedering |
Gestrekt, krachtig middelgroot type. Iets meer dan middelhoog; opgerichte houding. Langwerpig gerond, vlak voorhoofd. Parelogen zonder rode adertjes; kleine pupil. Smal, intensief rood. Middellang, niet te sterk, midden op de krop rustend; roze-vleeskleurig; bij isabel en geelzilver is een licht hoornkleurig aangelopen toegestaan. Weinig ontwikkeld, glad en wit. Lang. Peervormig, bij de borst zichtbaar afzettend, naar boven toe groter wordend; achterhals licht uitgebogen; soepel gedragen. Niet te breed, vol bespierd; lang borstbeen. Lang, recht, sterk afhellend, schouders goed gerond. Krachtig, breed, strak tegen het lichaam gedragen, niet tot het staarteinde reikend, vleugeldracht normaal. Smal, gesloten, staartdracht normaal. Iets meer dan middellang, bijna recht, niet te breed staand, dijen goed zichtbaar, vloeiend uit het lichaam komend met strak aanliggende dijbeenbevedering. Glad, strak aanliggend, brede veren. |
|||
Kleurslagen: Ø Wit, zwart, rood, geel; blauw ongeband; Ø Blauw zwartgeband, geelzilver geband, blauw gekrast; Ø Isabel. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. De lakkleuren aan de hals groenglanzend; bij blauw staalblauw met gekleurde rug, banden smal, lang en gescheiden. Krastekening zo mogelijk regelmatig en scherp. Isabel: met een zo lichte crèmekleur, dat de witte banden nog goed zichtbaar zijn; doffers iets lichter dan duivinnen. Bij geelzilver zuivere schildkleur; bij duivinnen is een licht grijze borst- en buikkleur toegestaan. |
||||
Fouten: Plomp of klein lichaam; te weinig actie; slecht gevormde of kogelvormige ballon; te lage stand, vlakke stand; glij-, knik- of X-benen; sterk zichtbaar borstbeen; vooruit tredende dijen; platte kop; bleke oogranden; onzuivere iris; zeer onzuivere snavelkleur; niet correct afgedekte rug, kruisende slagpennen; te breed gedragen staart; onzuivere of matte kleur; bij blauw witte rug; schimmel in de slagpennen. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Actie ü Hals- en beenlengte ü Ballon ü Oogkleur en oogranden ü Snavelkleur ü Kleur ü Bevedering Ringmaat: 8 mm. |
||||
speciaalclub |
||||