Voorburgse Schildkropper |
||||
02-17 |
NL 327 |
|||
Land van oorsprong: Nederland. Algemeen voorkomen: Middelgrote duif, vrij slank, middelhoge stand met sterk opgerichte houding; vrij lange hals en benen met soepele, nagenoeg ronde ballon, levendig en vlot gedrag. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel Neusdoppen Hals Ballon
Borst Rug Vleugels
Staart Benen
Bevedering |
Middelgroot, tamelijk slank type. Middelhoog; sterk opgerichte houding. Langwerpig, gelijkmatig gerond met licht gewelfd voorhoofd. Donker. Smal en fijn, kleur bij voorkeur licht. Blank, middellang. Fijn Lang. Middelgroot, rondom nagenoeg rond geblazen, over de schouder bloezend; bij de borst duidelijk afzettend (licht snoerend). Lang en vrij smal; borstbeen niet zichtbaar. Sterk afhellend, naar de staart toe smaller wordend. Middellang en vrij smal, zodat van opzij gezien voor de vleugels een strook borst en buik zichtbaar is; vleugeldracht normaal, maar de einden mogen elkaar licht kruisen. Smal, staartdracht normaal. Vrij lang; ver naar achteren geplaatst; in enkelgewricht licht gebogen, tenen goed gespreid, teennagels vleeskleurig; een enkele gekleurde nagel is toegestaan. Strak aanliggend, ook aan de dijen. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, rood, bruin, dun, geel; Ø Blauw ongeband, blauwzilver ongeband; Ø Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband; bruinzilver geband, geelzilver geband; Ø Blauw-, blauwzilver-, roodzilver-, geelzilver- en bruinzilver gekrast; Ø Zwart-, rood-, bruin-, geel-, blauw- en blauwzilver witgeband; Ø Zwart-, rood-, bruin-, geel- en blauw gezoomd. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Lichaam geheel wit. De vleugelschilden ovaal gevormd en geheel gekleurd inclusief de vleugel-boegen van buitenaf gezien; aan elke vleugel tenminste 7 aaneengesloten buitenste pennen wit; vleugelbanden strak en lang; krastekening regelmatig; enige kleur achter de benen is toegestaan. |
||||
Fouten: Te groot, te grof, te klein of te fijn; vlakke stand, korte benen, te wijde beenstand; te weinig actie; te sterk kruisende vleugels; niet geheel doorgekleurd vleugelschild; van voren en van opzij gezien witte vleugelboeg(en); aan één of beide vleugels minder dan 7 witte buitenste pennen; kleur op lichaam anders dan enige kleur achter de benen; veertjes op loopbenen en/of tenen; naar rood neigende of te brede oogranden; meerdere gekleurde nagels; slechte kleur, veel kleurspatten bij rood- en geelzilvers. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Actie ü Hals- en beenlengte ü Ballon ü Kleur en tekening ü Ogen en oogranden Ringmaat: 8 mm. |
||||