Antwerpse Smierel |
||||
c 06-20 |
B 701 |
|||
Land van oorsprong: België, in het bijzonder de stad Antwerpen. Algemeen voorkomen: Flinke compacte schildmeeuw met gelijkmatig gebogen kopvorm en bijna middelhoge stand en horizontale houding. Raskenmerken |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Fors compact. Middelhoog; horizontaal (“vlak”) Krachtig, een vloeiende gebogen lijn vormend vanaf de snavelpunt tot aan het achterhoofd. Vrij van snavel- en/of voorhoofddruk. Het voorhoofd langwerpig gewelfd en breed mat de grootste breedte juist achter de ogen, weinig versmallend naar de snavel en niet geknepen. Het aangezicht ten minste middellang. Donker. Fijn, smal en bleek. Krachtig, bijna middellang, breed aangezet met onder- en bovensnavel van gelijke dikte. Vleeskleurig. De doorgetrokken snavellijn moet door het midden van het oog lopen. Fijn. Middellang, krachtig aan de basis, voorzien van een goed ontwikkeld jabot. Goed uitgesneden. Breed, diep en goed gerond. Breed in de schouders, middelland, licht afhellend. Breed, vleugeldracht normaal. Niet te lang, gesloten en horizontaal gedragen. Middellang, nagelkleur vleeskleurig. Glad aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, dun, rood, geel, bruin, blauw ongeband, blauwzilver ongeband; Ø Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband, geelzilver geband, bruinzilver geband; Ø Blauw-, blauwzilver- roodzilver-, geelzilver- en bruinzilver gekrast; blauw donker gekrast; Ø Zwart-, dun-, rood-, geel- en bruin witgeband. Ø Zwart-, dun-, rood-, geel- en bruin gezoomd. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren gelijkmatig, intensief, respectievelijk zuiver. Gehele lichaam wit. Aan iedere vleugel minimaal 7 buitenste witte pennen. De schilden gekleurd en ovaal; duimveren bij voorkeur gekleurd. Gekleurde broek achter de benen is toegestaan. |
||||
Fouten: Te lang, te smal en te klein, te afhellende houding, ernstige fouten in de kopbelijning, te smalle en/of spitse kop, geknepen of gedeukte voorkop, te kort geronde voorkop, rode oogranden; te zwakke, te korte of te lange snavel, slechte snavelaanzet, te fijne ondersnavel, pigment vlekken op de snavel; keelwam; bevederde voeten; aan beide vleugels minder dan 7 witte slagpennen; ernstige kleur of tekening afwijkingen. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop en snavel ü Kleur en tekening ü Jabot Ringmaat: 10 mm. |
||||