Vlaanderse Smierel |
||||
c 06-20 |
B 702 |
|||
Land van oorsprong: België, Vlaanderen. Algemeen voorkomen: Middelgrote schildmeeuw met puntkap; bijna horizontale houding; levendig, vertrouwelijk. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel Neusdoppen Hals
Keel Borst Rug Vleugels
Staart Benen Bevedering |
Middelgroot met brede, licht vooruittredende borst. Middelhoog, iets afhellend. De snavel-voorhoofdslijn recht, zonder indeuking tussen snavel en voorhoofd. Schedel gerond vanaf denkbeeldige horizontale lijn, die de bovenkant van het oog raakt. Hoogste schedelpunt boven het oog; breedste punt juist achter de ogen; de voorkop versmallend zonder kneep. De punt van de kap op gelijke hoogte met hoogste punt van de schedel; de puntkap ondersteund door een ononderbroken nekkam. Donkerbruin. Zeer fijn van weefsel, bleek, smal, regelmatig rond. Bijna middellang, blank. De rug van de bovensnavel licht gebogen. Klein, hartvormig, glad en bepoederd. Middellang, verbredend naar de schouders. Jabot vol, recht lopend, langs beide kanten uitspreidend. Goed uitgesneden zonder keelwam. Breed, licht vooruittredend. Breed en vlak. Goed aanliggend gedragen, de rug goed afdekkend, op de staart rustend zonder te kruisen. Goed gesloten, in het verlengde van de ruglijn bijna horizontaal gedragen. Niet te lang, rood en glad, nagels blank. Goed aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, dun, rood, geel en bruin; Ø Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband, geelzilver geband en bruinzilver geband; blauw ongeband, blauwzilver ongeband; Ø Blauw-, blauwzilver-, roodzilver-, geelzilver-, en bruinzilver gekrast; Ø Zwart-, dun-, rood-, en geel witgeband; Ø Zwart-, dun-, rood-, geel- en bruin gezoomd. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren gelijkmatig, intensief, respectievelijk zuiver. Gehele lichaam wit, de schilden gekleurd; banden strak. Aan elke vleugel 7 – 12 buitenste witte pennen; duimveren gekleurd gewenst, gekleurde broek achter de poten is toegestaan. |
||||
Fouten: Te klein of te groot; stand te afhellend; onderbroken voorhoofdslijn; grove neuswratten; te vlak achterhoofd; platte schedel; te dunne snavel; keelwam; te hoge of te lage kap; te weinig jabot; teruggetrokken hals; bevederde benen; kleur waar dat niet is toegestaan; aan elke vleugel min-der dan 7 of meer dan 12 witte buitenste slagpennen; witte vleugelboeg; ernstige afwijkingen in het vleugelpatroon. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop en puntkap ü Jabot, hals en keel ü Ogen en oogranden ü Kleur en tekening Ringmaat: 8 mm. |
||||