Saksische Paapduif |
||||
c 02-17 |
D 466 |
|||
Land van oorsprong: Duitsland, Saksen. Algemeen voorkomen: Krachtig, diepgesteld veldduiventype met bijna horizontale houding en goed ontwikkelde voetbevedering; dubbelgekapt. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel
Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen
Bevedering |
Krachtig veldduiftype. Diepgesteld; bijna horizontale houding. Langwerpig rond met matig hoog, gewelfd voorhoofd, door rozetten begrensde verrijke schelpkap en goed ontwikkelde ronde, gesloten en voor goed zicht van de duif, goed onderbouwde snavelrozet.. Donker. Smal, bleek tot roodachtig. Middellang, vleeskleurig, bij zwart en blauw ondersnavel donker. Kleine, donkere vlekken op de bovensnavel onder de snavelrozet bij zwart en blauw, in het bijzonder bij overjarige dieren is geen fout. Middellang, aan de basis fors, naar de kop toe dunner wordend. Goed uitgesneden. Breed, goed gerond, diep en naar voren gedragen. Lang, breed in de schouders, licht afhellend. Krachtig, breed, vleugeldracht normaal. Lang, staartdracht normaal. Middellang, voetbevedering goed ontwikkeld met brede, zijwaarts groeiende veren, goed overbouwd, gerond, gesloten en aansluitend aan de gierhakken. Rijk ontwikkeld, goed aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart-, rood-, geel-, blauw- en blauwzilver witgeband; Ø Zwart-, rood-, geel-, blauw- en blauwzilver witgeschubd; Ø Blauw ongeband. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Blauw licht; schubtekening regelmatig; zwart witgeschubd met en zonder vinktekening. Kopplaat wit. Begrenzing vanaf de snavelhoeken door of onder langs de ogen naar de achterkop tot aan de kap. Kap gekleurd; snavelrozet wit. |
||||
Fouten: Klein of kort lichaam; hoge stand; korte, sprietige, naar voren stekende onregelmatig gevormde of sterk beschadigde voetbevedering; slecht afgedekte rug; korte, scheef of te laag afgetekende kopplaat; erg afwijkende snavelkleur; smalle of scheve kap; scheve, opgerichte of hangende snavelrozet, beperkte zichtvrijheid; gebrekkige banden; matte of ongelijkmatige kleur; erg blauwe staart, kiel of buik bij rood, lichte rug of erg rode borst bij blauw; schimmel of witte veren in staart, kiel, voetbevedering of achterhals. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Grootte ü Kleur ü Koptekening ü Kap en snavelrozet ü Voetbevedering ü Vleugelpatroon ü Oog- en snavelkleur Ringmaat: 11 mm. |
||||
speciaalclub |
||||