Thüringer Witkop |
||||
c 02-17 |
D 454 |
|||
Land van oorsprong: Duitsland, Thüringen. Algemeen voorkomen: Krachtig veldduiventype met middelhoge stand en bijna horizontale houding; voetbevederd en gekapt.. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel Neusdoppen Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen
Bevedering |
Krachtig veldduiftype. Middelhoog; bijna horizontale houding. Langwerpig, licht gewelfd met brede schelpkap, begrensd door rozetten. Donker. Smal, vleeskleurig tot rood. Middellang, vleeskleurig. Weinig ontwikkeld, wit bepoederd. Middellang, aan de basis krachtig, naar de kop toe dunner wordend. Goed uitgesneden. Breed, goed gerond. Lang, breed in de schouders, licht afhellend. Lang, breed; vleugeldracht normaal. Lang, staartdracht normaal. Krap middellang met middellange, geronde, gesloten en goed overbouwde voetbevedering aansluitend aan de gierhakken. Goed ontwikkeld, glad aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, rood, geel, bruin; blauw ongeband, blauwzilver ongeband; Ø Blauw geband, roodzilver geband, blauwzilver donkergeband, geelzilver geband; Ø Blauw-, blauwzilver gekrast; Ø Koper. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. De lakkleuren met veel glans blauw, blauwzilver, roodzilver en geelzilver met schone, niet gewolkte vleugelschilden. De banden schoon, smal, lang en gescheiden; gekrast met scherp en regelmatig vleugelpa-troon. Koper met glanzend zwarte lichaamskleur, de vleugelschilden kastanjebruin met zwarte veerpunten of zoom; de buitenvanen van de slagpennen zwart met of zonder bruine vinkteke-ning, de binnenvanen bruin. De kop, de staart met boven- en onderstaartdek (kiel) en de voetbevedering wit; de overige bevedering, inclusief de kap en de gierhakken gekleurd. De kopaftekening met een flauwe booglijn vanaf de kap iets onder de ogen en snavel door naar de keel. Iets wit bij de aars is toegestaan; alle kleurscheidingen strak. |
||||
Fouten: Klein lichaam; smalle of scheve kap, ontbrekende rozetten; gevlekte snavel; te korte voetbeve-dering (bekouzing); gebrekkige kopaftekening; erg hoge rugaftekening; ontbrekende, witte of geschimmelde slagpennen; veel wit aan de buik; gekleurde grote voetveren; aanzet tot derde band, aanzet tot banden bij ongeband; matte of onzuivere kleur. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kleur ü Tekening ü Voetbevedering ü Kap ü Oog- en snavelkleur Ringmaat: 10 mm. |
||||
speciaalclub |
||||