Damascener |
||||
c 02-21 |
GB / 42 | |||
Land van oorsprong: In het Midden Oosten Algemeen voorkomen: Middelgroot, gedrongen, middelhoge stand en bijna horizontale houding. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals
Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Middelgrote gedrongen veldduiftype. Middelhoog; bijna horizontale houding. Voldoende breed, ovaalrond, met gevulde voorkop, zonder afplatting of hoeken, steeds ongekapt. Fonkelend robijnrood. Fijn van weefsel, tweerijïg; blauwzwart (pruimenblauw). Middellang en tamelijk dik; de verlengde snavellijn midden door het oog lopend; kleur zwart. Weinig ontwikkeld. Middellang, krachtig, vol uit de schouders komend, naar de kop toe dunner wordend. Vol met aanzet kleine keelwam. Breed, vol, rond. Breed, licht afhellend. Krachtig, breed, niet te lang, vleugeldracht normaal. Niet te lang, staartdracht normaal. Middellang, breed geplaatst; nagels zwart. Strak aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø IJskleurig zwartgeband; Ø IJskleurig gekrast. |
||||
Kleur en tekening: De bevedering gelijkmatig ijskleurig. Het dons (onderkleur) donker blauwgrijs, het duidelijkst aan hals en borst, het minst aan de buik en bij de aars. In ruststand moet de duif egaal ijskleurig lijken; in beweging schijnt de donkere onderkleur door. Het vleugelpatroon zwart; vleugelbanden niet te smal; kraspatroon regelmatig, bij voorkeur driehoekig, de verhouding patroonkleur tot grondkleur = 5 : 3; de staartband zwart en achter de staartband nog een lichte zoom. Bij een zuivere gelijkmatige bovenkleur lijkt de rug veelal wit. Slagpennen donker. |
||||
Fouten: Smalle borst; hoge stand; afgeplatte, hoekige of smalle kop; lange, dunne hals; sterke stierennek; scherp uitgesneden keel; lange, smalle rug; lange smalle vleugels; lange staart; te korte, te lange of hoornkleurige snavel; bleke, rode, eenrijïge, drierijïge of grove oogranden; ontbrekende keelwam; jabot; kleurschakeringen aan hals en borst; gewolkt vleugelschild; zeer donkere kiel; zuiver wit afgezette rug- en aarsbevedering; lichte nagels. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop ü Ogen en oogranden ü Hals en keelwam ü Kleur en tekening Ringmaat: 8 mm. |
||||