Lahore |
||||
c 06-19 |
SBI: D / 37 | |||
Land van oorsprong: India Algemeen voorkomen: Grote, krachtige, niet te lange duif met middelhoge stand, bijna horizontale lichaamshouding en karakteristieke tekening. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel Neusdoppen Hals Borst Rug Vleugels Staart Benen
Bevedering |
Groot, krachtig, niet te lang type. Middelhoog; bijna horizontale houding. Groot, breed, langwerpig gewelfd zonder afplatting, voorhoofd bij voorkeur steil en gewelfd. Groot, donker. Smal, rood. Middellang, krachtig en vleeskleurig. Vooral bij jonge dieren is donkere aanslag toegestaan. Middellang, krachtig, licht gebogen. Breed, rond en vol. Breed, licht afhellend. Bij voorkeur breed, gesloten, vleugeldracht normaal. Middellang, brede veren, goed gesloten, horizontaal gedragen. Middellang; voetbevedering krap middellang, dicht en bij voorkeur gesloten; gierhakken goed ontwikkeld. Glad, niet te strak aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, zilver, rood, dun, geel; Ø Blauw zwartgeband, roodzilver geband, blauwzilver donkergeband, geelzilver geband; Ø Blauw- en blauwzilver gekrast, blauw ongeband. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Keel, voorhals, borst en buik, het onderste deel van de rug en de staart wit. Kleuraanzet bij snavel tot aan de snavelhoeken. Tussen de gekleurde kop- en halstekening en de ogen moet een witte streep zodanig verlopen, dat de ogen in een wit gekleurd veld staan. Voorhoofd, voor- en achterkop, achterhals, het bovenste deel van de rug, de vleugels en slagpennen dienen gelijkmatig gekleurd te zijn. Bij blauwe en blauwzilver duivinnen is een iets donkerder schild-kleur toegestaan. |
||||
Fouten: Klein; lang, smal type, te hoge of te diepe stand, sterk afhellende stand, vlak voorhoofd, slecht afgedekte rug, slechte vleugeldracht, geheel donkere bovensnavel, te bleke oogrand (bij blauw-kleurige nog te tolereren), te smalle of ongelijke kleuraanzet bij de snavel; afwijkende kopte-kening, witte veren boven de neusdoppen (snip), witte slagpennen, slecht gekleurde slagpennen bij rood en geel, geheel witte of tot in de staartdekveren reikende gekleurde rug, gekleurde veren aan borst, buik en staart, sterk gewolkte vleugelschilden; gebrekkige voetbevedering. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en grootte ü Stand ü Tekening ü Kop en oogranden ü Kleur ü Voetbevedering Ringmaat: 11 mm. |
||||
speciaalclub |
||||