Show Antwerp

c 02-21

 GB / 26

Land van oorsprong: Engeland

Algemeen voorkomen: Krachtig lichaam, tamelijk lage stand met enigszins opgerichte houding. Sterke, gevulde kop en zeer krachtige snavel.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

 

 

 

Ogen

 

Oogranden

Snavel

 

Neusdoppen

Hals

Keel

Borst

Rug

 

Vleugels

Staart

Benen

Bevedering

Krachtig type.

Tamelijk laag; enigszins opgerichte houding.

Middellang, breed en gevuld. Kopbelijning van snavelpunt tot in de nek een regelmatige sterk geronde booglijn vormend met goede vulling boven de ogen. Van boven van snavelpunt tot achterkop ononderbroken wigvormig; tussen de oogranden en mondhoek enige lengte; de achterkop zeer breed en zuiver gerond; de wangen goed gevuld.

Rood tot oranjerood, bij wit donker. Bij bruin en bruinzilver lichte binnenring in de iris.

Smal, de ogen goed omsluitend; kleur conform de bevedering.

Dik en stomp, goed gesloten; boven- en ondersnavel van gelijke dikte; kleur conform de bevedering.

Fijn, glad, S-vormig; V-vormig toegestaan.

Krachtig, eerder kort dan middellang.

Goed uitgesneden.

Breed, goed gewelfd, naar voren tredend.

Breed bij de schouders, naar de staart toe smaller wordend, met de staart een recht afhellende lijn vormend.

Breed, vleugeldracht normaal.

Middellang, bijna de grond rakend; goed gesloten gedragen; brede pennen.

Kort, krachtig; dijen gespierd, tenen goed gespreid.

Glad, strak aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Wit, zwart, dun, rood, geel, bruin, donker, dominant rood en dominant geel;

Ø  Blauw ongeband;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband, geelzilver geband en bruinzilver geband;

Ø  Blauw-, roodzilver-, bruinzilver-, blauwzilver- en geelzilver gekrast;

Ø  Blauw donkergekrast;

Ø  Blauw-, roodzilver-, blauwzilver-, geelzilver- en bruinzilver schimmel;

Ø  Zwart-, dun-, blauw zwartgeband- rood-, geel- en bruin donker getijgerd;

Ø  Bont in alle bovengenoemde kleurslagen (alleen bont vermelden).

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Brede banden met een intensieve kleur.

Fouten:

Te klein, te smal; te hoge of horizontale stand; opgetrokken staart; hoekige of smalle kop; te zwakke of spitse snavel; jabot.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Kopvorm met snavel en neusdoppen

ü  Ogen en oogranden

ü  Type, stand en houding

ü  Kop en snavel

ü  Bevedering

ü  Kleur

Ringmaat:    10 mm.

speciaalclub

duivenrassen

vormduiven