Valkenet |
||||
c 02-21 |
SBI: GB / 102 |
|||
Land van oorsprong: India, in Engeland veredeld. Algemeen voorkomen: Krachtig, breed en gedrongen; middelhoge stand. Het belangrijkste raskenmerk is de kop met brede, grote wratten aan de bovensnavel, in drieën gedeelde wrat aan de ondersnavel en brede cirkelronde, bloedrode oogranden. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen
Oogranden
Snavel
Neusdoppen
Hals Borst Rug Vleugels
Staart Benen Bevedering |
Krachtig, compact. Middelhoog; licht afhellend. Van de zijkant bezien vormt de kopbelijning een langgerekte booglijn van de snavel over de bovensnavelwrat naar de achterkop; kop heel breed, voor en achter de ogen even breed, ongekapt. Grote pupil, parelkleurig, bij wit donker, bij bont parelkleurig of donker; bij jonge dieren is iets rood in de iris toegestaan. Breed, rond, tamelijk dik aan de buitenrand, maar dun aan de binnenrand, het oog cirkelvormig omsluitend, gegroefd; bloedrode kleur. Zeer breed, middellang; boven- en ondersnavel even dik, gesloten en aangepast aan de ronding van de kop; lichte kleur, bij zwart en blauw is een donkere snavel toegestaan. Bovensnavelwrat zeer breed en gezwollen, glad en in het midden gedeeld; bij oude vogels is een wat ruwe structuur toegestaan. De ondersnavel heeft drie wratten: een middelste en twee kleinere aan de mondhoeken. Kort, krachtig uit de schouders oprijzend en iets naar achteren gebogen. Zeer breed, goed gerond en sterk naar voren gedragen. Kort, achter de schouders iets hol, afhellend. Tamelijk lang, nauwelijks gesloten, de uiteinden los op de zijkanten van de staart rustend. Smal, weinig langer dan de vleugels. Staartdracht normaal. Middellang. Strak aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Wit, zwart, dun, rood, geel; Ø Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband; Ø Indigo gekrast; Ø Bont in voornoemde kleurslagen (bij tentoonstellen alleen bont vermelden). |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Blauw met uiting van smokey Bont bij voorkeur regelmatig verdeelde gekleurde veerpartijen op witte ondergrond of witte veerpartijen of gekleurde ondergrond. |
||||
Fouten: Lang, smal lichaam; te lange staart; te hoge stand, smalle voorkop; dunne, spitse of te korte snavel, slecht ontwikkelde wratten bij volwassen dieren, sponsachtige oogranden, tranende ogen. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop ü Oogranden ü Snavelwratten ü Oogkleur ü Kleur Ringmaat: 9 mm. |
||||
speciaalclub |
||||